Totaal aantal pageviews

dinsdag 29 mei 2012

Zwart randje

Het jaarlijkse pop-,bierzuip- en laten-we-toffejongens-zijn festival, dat ik nu voor de derde ( of was het vierde?) keer mocht leiden en begeleiden vanuit de Politie had een zwart randje, dit jaar. Niet omdat iedereen weer volkomen laveloos was. Dat zijn we inmiddels gewend. En ook niet omdat de muziekkeuze, evenals de kledingkeuze van sommige 40-ers, die dachten dat ze het nog goed zouden doen in de discotheek, ook niet helemaal mijn smaak was. Nee, een nare man, genaamd Koning Voetbal kwam om de hoek kijken. En in zijn gevolg kwam er een lid van de hofhouding mee genaamd supportersgeweld.

Op vrijdagavond namelijk, draaide een man genaamd DJ Paul Elstak zijn nummertjes op het grote podium. Ik kende de man niet en zijn muziek nauwelijks, ook al stamt dat uit de 90-er jaren, toen mijn muziekkeuze zich een beetje begon te verbreden. Maar Elstak is een Rotterdammer en een Feyenoorder in hart en nieren. En met hem mee komen vaak een contingent medesupporters van dat clubje uit Rotterdam-Zuid. Mannen die pretenderen alles voor hun cluppie te doen, maar het enige waar ze in slagen is de club in het bijzonder en Koning Voetbal in het algemeen een slechte naam te bezorgen.

Echter, het dorp waar ik werk herbergt een groot aantal Ajax-aanhangers. Of dat nou komt omdat de Arena en het bijbehorende dorpje waar die gelegen is, hemelsbreed 10 kilometer verderop is gelegen, weet ik niet. Maar wat ik wél weet, is dat de aanhangers van Ajax, waar ik het hier over heb, er over het algemeen in slagen een zelfde prestatie weten te leveren als hun tegenhangers uit 010: het verpesten van het plezier dat gewone mensen in Voetbal zouden moeten kunnen hebben.

En dus, terwijl ik op cursus zat in het oosten van het land, bereikten mij berichten dat de AJAXfans uit mijn dorp hun ongenoegen kenbaar hadden gemaakt over het optreden van genoemde DJ en bereid waren oude vetes nieuw leven in te blazen door massaal nar het festival te komen. En daar zit niemand op te wachten. Want geen enkele politieman of burgemeester zit te wachten op een herhaling van wat er zich op 23 maart 1997 in een weiland bij Beverwijk afspeelde en waarbij een man het leven liet.

Dus dat betekende bellen, regelen, navragen, weer bellen, weer regelen enzovoorts. Een hoop ongezonde spanning vooraf zowel voor mijzelf als leidinggevende als voor de collega's. Zou het waar worden, waar mee was gedreigd? Of zou het met een sisser aflopen. Uiteindelijk is er niks gebeurd, maar of dat door onze inzet en voorbereiding kwam, valt nog maar te betwijfelen.

Want achteraf bleek dat zich wel degelijk een contingent supporters van AJAX verzameld had in een plaatselijke kroeg. En dat er één of twee op voorverkenning waren geweest. Waarom ze dan toch niet gekomen zijn, weet ik niet, maar dat interesseert me ook niet.

Elke vorm van geloof, of dat nou religieus is of in een voetbalclub, dat te fanatiek is, is niet goed voor een mens. Dat noemen ze met een mooi woord ook wel fundamentalisme. En niemand houdt van fundamentalisten, tenzij daarmee mensen bedoeld worden die regelmatig de huizensite Funda afstropen. Ik heb geen enkel flauw benul van voetbal en als het morgen zou verdwijnen zou ik er geen traan om laten. Maar ik weiger de figuren, die zo fanatiek zijn in het aanhangen van een voetbalclub, dat ze menen het recht te hebben dat geloof met hun vuisten en wapens te verdedigen,  voortaan te betitelen met de naam waarmee ze in de media benoemd worden Supporters. Want dat woord komt van het Engelse woord "to support" ondersteunen. En dat is wel het láátste wat dat soort randdebielen doen. Ze bezorgen de politie alleen maar een hoop werk en zichzelf een slechte naam.

donderdag 10 mei 2012

Toekomstmuziek

Ik ben de laatste tijd bezig met mijn toekomst. We doen dat allemaal van tijd tot tijd. Dromen, plannen, nadenken over wat je wilt bereiken. Soms vinden we ook dat het zo wel mooi is, dat we iets mooi hebben bereikt en dat dat genoeg is. Anderen willen steeds maar vooruit. Ik hoorde dat laatst tijdens een discussie tussen een aantal groepschefs. Eén van hen vertelde: de nieuwe werkstudenten die nu binnenkomen, zien werken bij de politie alleen maar als een baan, niet als een roeping of een carrière. Ze maken de opleiding af, werken een paar jaar en gaan dan compleet wat anders doen. En ik moet hem gelijk geven: het gebeurt. Ik zie mezelf niet meer iets anders gaan doen. Ik vind dat ik het mooiste beroep ter wereld heb, ondanks het soms stuitende gebrek aan respect en de karige beloning die er tegenover staat.

Ik ben recent begonnen met een cursus op het gebied van leidinggeven. Samen met een aantal andere groepschefs - de sergeants van de politie, de binding die de politie bijeen houdt -  en een aantal wijkchefs - de managers ( zonder dat negatief te bedoelen) die de troepen aansturen - ga ik eens per maand naar een charmant landhuis in het Gelderse landschap. Sommige TV-junkies zouden het pandje herkennen omdat obscure televisieseries zoals 'Dames in de dop' daar werden opgenomen. De politie-academie, die eigenaar is van het pand, had zeker even een saldo-tekortje... Afijn, daar leren we dus de fijnere kneepjes van leiderschap. Wie ben je als persoon, wat voor type leider ben je? Wat zijn jouw waarden en normen en hoe pas je die toe in je dagelijkse werk en leven? Wat zijn jouw kernkwaliteiten en waarin schiet je te ver door? We deden ook een test om uit te zoeken in welk psychologisch profiel je het beste paste. En als je dat dan leest, is het soms of je een boek over jezelf leest. Zou er dan toch iets in zitten, dat psychologisch gebrabbel?

Uit bovenstaande mag duidelijk worden dat ook ik verder wil. Hoe, dat zal de ( nabije?) toekomst uitwijzen. Ik ben de enige wijkagent op de cursus. Niet dat dat uitmaakt, want ik mijn huidige functie komt het ook vaak genoeg voor dat ik leiding geef aan een aantal mensen, maar formeel bekleed ik geen leidinggevende functie. Ik vind dat ik mezelf en anderen bewezen heb dat ik een goede wijkagent ben, en dat kan ik altijd nog eens doen. Het wordt tijd voor wat anders.

Ik heb dat ook besproken met mijn chef. Hij gaat me coachen door dat proces heen. Ik heb dat nodig ook, want ik ben eigenlijk doodsbang voor de grote stap. Ik zie het maar een beetje als toen ik ging trouwen. Ik was bang dat er van alles ging veranderen en eigenlijk bleef alles hetzelfde, alleen kwam er meer verdieping in mijn leven. Eén van mijn cursusgenoten staat voor dezelfde keuze: Hij zit al 30 jaar bij de politie en steeds op hetzelfde bureau in verschillende functies maar als hij verder wil, moet hij verkassen. Hij noemde het buiten je 'comfort-zone' treden. Het klinkt goed.

Vandaag was ik even in de stad voor een vergadering over één van mijn vele neventaken. Misschien wordt dat wel mijn nieuwe werkplek. Stel je voor. Helemaal opnieuw het territorium verkennen en in kaart brengen. De bewoners herkennen. Je naaste collega's leren kennen met al hun eigenaardigheden en persoonlijke omstandigheden. En de mythes ontzenuwen die er vaak bestaan tussen de stadspolitie en de politie van het platte land. Het zal waarachtig wel gaan. De eerste stap is het moeilijkste. Ik houd u op de hoogte....

dinsdag 1 mei 2012

Koninginnedag 2012

Gisteren mocht ik deel uitmaken van een grote operatie, namelijk het bezoek van Hare majesteit de koningin aan de Utrechtse plaatsen Rhenen en Veenendaal. Met haar kwam natuurlijk ook de rest van het Koninklijk gevolg, de kroonprins en zijn vrouw en de overige prinsen en prinsessen. Voor zo'n bezoek wordt door de politie alles uit de kast gehaald, maanden van tevoren al. Ik heb daar natuurlijk niks mee te maken, al die planning vooraf, ik was 'slechts' een van de 1250 dienders die ingezet werd, voor mijn geval in Rhenen.

Met zo'n enorme operatie gaat er van alles mis, van grote tot kleine zaken. Dat is niet te voorkomen, omdat je in je planning niet alles kunt meenemen en omdat je afhankelijk bent van invloeden van buitenaf. Je moet met van alles rekening houden, van slechte weersomstandigheden tot een aanslag.

Ik was in ieder geval één van de 1250 werkbijen die om 04.15 uur ( ja, u leest het goed) mocht komen opdraven op de verzamellocatie. Tot mijn niet geringe verbazing en aangename verrassing was er een goed ontbijt geregeld. Kregen we een aantal gloednieuwe spullen en een briefing. Dames van de facilitaire dienst stonden bij rekken met schone en nieuwe kleding, voor het geval iemand iets vergeten was of dat er zaken aan vervanging toe waren ( vooral blauwe pantalons waren de afgelopen maanden al niet meer leverbaar) en stonden zelf knoopjes aan overhemden te naaien. We kregen nagelnieuwe portofoons en bikers kregen per koppel een GPS-locator, waarmee de meldkamer kon zien waar de bikers zich bevonden. Dat is niet ter controle maar wel bevorderlijk voor de veiligheid van genoemde biker en makkelijk om te weten als commandant wie het dichtste bij een potentiële brandhaard is. Ik zeg: uitreiken aan iedere biker! We kregen informatieboekjes en kaartjes, omdat de meesten van ons nog nooit in dat dorpje aan de Rijn geweest waren.

Aan de andere kant: er was geen vervoer geregeld voor de bikes naar de opkomstlocatie, zodat mijn maatje en ik twee fietsen gedemonteerd en wel in een fiësta gepropt hebben en aldaar aangekomen, werden alle collega's met bussen naar Rhenen gebracht. Van de bikers werd echter verwacht dat ze de 21 kilometer gingen fietsen. Normaal gesproken draaien we daar onze hand niet voor om, maar twee keer op een dag, na een 12-urig dienstverband was misschien iets te veel van het goede. En dat we zelf tot de conclusie moesten komen dat de weg, waarover de Koninklijke stoet zich zou begeven, niet voorzien was van afzetmateriaal en één van de drukste aanvoerroutes van publiek bleek te zijn, ach, die hebben we dan zelf maar leeggeveegd en afgezet net voordat de blauwe bus aankwam.

Kosten nog moeite zijn gespaard. Personeel van alle afdelingen, helikopters,boten, motorfietsen, nieuwe materialen, een gigantisch lunchpakket en een leuk presentje achteraf: het was allemaal de moeite waard. Maar wat ij het meeste trof, was dat toen het gezelschap vertrokken was en wij het verlof kregen om weer terug te keren naar de bussen, we applaus kregen van de bewoners en omstanders van Rhenen. Omdat het een feest was gebleven zonder één wanklank, omdat alles veilig en soepel was verlopen, en omdat wij daarvoor zo akelig vroeg begonnen waren. Dat was een warm bad van waardering. Zo voelde het bij mij.

Ik was kapot aan het einde van de dag en ik lag er vroeg in, maar ik heb het graag gedaan.

En oh ja: Deze week is de tweeduizendste bezoeker geweest! Dank daarvoor!