Totaal aantal pageviews

maandag 31 maart 2014

verraders of....?

Ik schreef gisteren al in mijn blog iets over dat mensen zichzelf niet graag als verrader zien, ook al is het misdrijf of misdraging waarover ze informatie hebben nog zo erg. Je klikt nou eenmaal niet bij de juf of meester. Dat leer je al op de lagere school en dat neem je, net zoals zoveel andere dingen mee in je latere leven. En toch moeten we met zijn allen van die houding af. Als je weet dat het een gegeven is, dat de politie bij alle aanhoudingen op heterdaad in meer dan 80 % afhankelijk was van oplettende burgers, dan besef je hoe belangrijk dat is. En is dat dan verraden, als je ziet dat iemand niet met zijn handen van andermans spullen af kan blijven? Als je ziet dat iemand in elkaar geslagen wordt? Als je weet hebt van een hennepplantage bij jou in de buurt? Je kunt toch maar zo lang voor jezelf een rechtvaardiging blijven zoeken om het niet door te geven. Je moet jezelf toch in de spiegel aan kunnen blijven kijken. Al deze gedachten schoten kriskras door mijn hoofd vanmorgen toen ik de krant las over de overval op een juwelier in Deurne. Ik besefte me ten eerste dat niet de rechter, maar de Officier van Justitie eigenlijk de machtigste persoon is als het aankomt op rechtsvervolging. Hij (of zij) mag namelijk zelf beslissen of een vervolging wort ingesteld. Natuurlijk met enige ruggespraak met de Hoofdofficier van Justitie, maar verder is de OVJ redelijk zelfstandig. Als er geen zaak in zit of, wat helaas maar al te vaak voorkomt, de zaak moeilijk bewijsbaar wordt geacht, komt de zaak niet op zitting. Een OVJ mag zelfs straffen opleggen, zonder dat de rechter daar aan te pas is gekomen. Allemaal bedacht om de rechters te ontzien in hun werkdruk, mag een OVJ op voorspraak van de politie beslissen dat een geldboete, taakstraf of zelfs hechtenis opgelegd wordt. En dat alles werd natuurlijk weer getriggerd door het feit dat de jeugd in Deurne gedemonstreerd had tegen het lakse optreden van Justitie in deze zaak. Want zaterdagavond wist de Hoofdofficier van Justitie al te vertellen dat het hier waarschijnlijk om een zaak van noodweer of noodweerexces ging en dat vervolging waarschijnlijk niet ingesteld zou worden. De juwelier en zijn vrouw waren weliswaar gehoord als verdachte, maar werden niet aangehouden en kregen alle ruimte om hun verhaal te vertellen. Precies wat de meerderheid van het land wil. Je mag toch je eigendommen verdedigen tegen een laffe overval? Maar de jeugd was het daar niet mee eens en stelde dat het optreden van Justitie ' laf ' was. Ik vraag me af uit welk sentiment die bewering kwam. Maakt de jeugd - volgens de berichtgeving grotendeels van allochtone afkomst- zich druk om de teloorgang van ons rechtsstelsel of kwam het omdat tenminste een van de daders, en mogelijk allebei, van Marokkaanse afkomst was en dat men ' gerechtigheid' wilde, wat dat dan ook mag betekenen? Misschien moet de Marokkaanse gemeenschap de hand in eigen boezem steken en verklaren dat men geschokt is dat hun kinderen degelijke strafbare feiten hebben gepleegd en dat ze er absoluut niet achter staan. Want ook voor de misdragingen van je eigen minderen kun je maar zo lang je ogen sluiten. Als ze regelmatig tot diep in de nacht wegblijven, met dure jassen en horloges lopen te pronken terwijl ze geen werk hebben en er regelmatig post van Justitie op de mat valt, moet op een gegeven moment voor ouders ook de maat vol zijn. Schaamte cultuur of niet. Waar ligt de scheidslijn tussen een verrader en een goede burger? Dat was iets dat we altijd voor onszelf dienden uit te maken, zo is ons altijd voorgehouden. Misschien is dat zo. Maar we zijn veel minder snel een verrader dan we zelf soms denken.

zondag 30 maart 2014

Inbrekers en ander gespuis.

Vorige nacht moest ik onverwacht de leiding over de incidentenafhandeling overnemen van een collega, die door een familiezaak niet kon werken. De onderlinge samenhang bij de politie is zo groot, dat iedereen die moeite voor elkaar doet. Dat uit zich onder andere in het feit, dat wij om 23.00 uur de nachtdienst over moeten nemen, maar vaak al een half uur of nog eerder aanwezig zijn. Het thuisfront begrijpt dat niet altijd, maar het is iets wat we voor elkaar over hebben. Zodat je maatje eerder naar huis kan. En zolang iedereen dat doet, is dat prima. Tijdens de dienst werd ik naar een aanrijding gestuurd. Simpel geval van geen voorrang geven op een donkere polderweg. De bijrijder van een van de auto's kwam me echter bekend voor. En toen zijn maten onverwachts langsreden en stopten en zich begonnen te bemoeien met de gang van zaken wist ik het zeker. Dit waren vier hele bekende beroepsinbrekers uit mijn district. Ik had ze nog nooit ontmoet, maar ze staan bijna iedere week op de briefing. Jongens van een jaar of 20, geen werk, wonen nog bij ouders thuis en onderhouden zich met inbreken. Toen ik liet weten hoe ze heetten, waren ze daarvan niet onder de indruk. Dit terwijl ze afkomstig zijn uit een stad die weliswaar tot mijn district behoort, maar waar ik zo weinig mogelijk tracht te komen. En toch kende ik ze. De politie echter, heeft in de afgelopen jaren een soort van verstandhouding met dit soort lui opgebouwd. Iedere keer dat we ze zien rijden, worden ze aan de kant gehaald, gecontroleerd, beboet en gerapporteerd. De jongens accepteren dat, omdat ze weten dat de pakkans op heterdaad bij een inbraak erg gering is. Dus lachen ze wat, nemen de boetes in ontvangst en weten dat ze meer moeten stelen om ze te kunnen betalen. Maar noemt de politie ze bij de naam? Nee, we controleren ze op grond van de wegenverkeerswet. Het woord ' inbreker' valt niet tijdens dat soort gesprekken. En dat vind ik dus fout. Ik vind, dat je ze recht in het gezicht mag uitmaken voor wat ze zijn, zonder daarbij te schelden of te beledigen. Inbrekers. Boeven. Gespuis. Zeker toen een van hen uit zijn hoofd een aantal van mijn wijken wist op te noemen, terwijl ik onder de impressie verkeerde dat hij nooit zover Noordelijk opereerde. Die mening moet ik dus mooi even bijstellen. Ondertussen heb ik al voor het derde weekend op rij te maken met een stelletje dronken sukkels, die de nacht afsluiten door ruiten van bushokjes in te kegelen. Dat geeft een hoop schade, een hoop overlast en het ziet er niet uit. Ik kan niet begrijpen dat er mensen zijn die dat leuk vinden en ik kan ook niet snappen dat er geen mensen zijn die weten, wie zich hiermee bezig houden. Maar ja, we willen met zijn allen geen verrader zijn. Nou, ik heb nieuws voor degene die dat denken. Want dat zijn vaak ook degenen, die het hardst schreeuwen als de politie, in hun ogen, hun zuurbetaalde belastinggeld verspilt. Waar denk je dat bushokje van betaald worden? Precies.... Ook in het nieuws van de week: misdragingen van politiemensen in hotels tijdens de inzet bij de NSS2014, afgelopen week. Agenten zouden dronken geworden zijn, luide muziek gedraaid hebben en, volgens het krantenartikel, 'luide winden' op de gang hebben gelaten, waardoor hotelgasten niet konden slapen. Ik was er niet bij, maar ik geloof het direct. Zet een aantal agenten bij elkaar zonder toezicht en met voldoende consumptiebonnen en zaken lopen uit de hand. Kennelijk is er onder de collega's niet voldoende verantwoordelijkheidsbesef om zich te gedragen, zeker als het overduidelijk is dat je bij de politie werkt. Begrijp me goed hoor, als iemand in een hotel een feestje wil vieren en lekker dronken wil worden, moet hij dat helemaal zelf weten. Maar als overduidelijk is dat je voor je werk in een hotel verblijft, en zeker voor zulk werk als politiewerk en heel het land weet dat je over een paar uur verantwoordelijk bent voor het beveiligen van een wereldtop, dan moet je toch ergens enig besef hebben van het feit dat mensen naar je kijken. En dat je je dus een beetje moet beheersen.

woensdag 26 maart 2014

Dagboek van een NSS-er

De afgelopen vier dagen heeft de Nederlandse Politie een veiligheidsoperatie uitgevoerd die zijn weerga niet kent. Het kan niemand in de wereld ontgaan zijn, dat Nederland het toneel was van de Nucleair Security Summit, waarbij zo'n beetje alle wereldleiders in Nederland aanwezig waren in de hoop de wereld een beetje veiliger te maken. Ik mocht een heel klein deeltje van die veiligheidsoperatie zijn en dat vond ik , behalve leuk om te doen, ook een eer. Want met zijn allen hebben we het toch maar mooi gedaan: 13.000 politie mensen, 4000 militairen, 3000 verkeersregelaars en al die andere duizenden medewerkers in de catering, opbouwers en ga zo maar door. Ik wil u graag vertellen over mijn ervaringen tijdens de top, zowel de positieve als de negatieve. Ook vertel ik wat dingen die mij ter oren zijn gekomen als het gaat over de ervaringen van collega's. Ik heb twee vroege diensten gedraaid, één in Scheveningen en één in Den Haag. En vroege diensten betekenden in dit geval echt vroeg. Ik was er om 04.00 uur uit en zat om half zes op locatie, daarbij geholpen door het feit dat ik vlak bij Den Haag woon en door een last-minute dienstwisseling mocht ik ook rechtstreeks naar Den Haag komen. Andere collega's van mij waren niet zo gelukkig en konden, soms al een dag van te voren opkomen en werden per bus naar Den Haag vervoerd en ingekwartierd in hotels. Ik was er dus al vroeg, maar aangezien niemand precies wist wat er moest gebeuren en hoe laat de briefing zou beginnen heb ik daar anderhalf uur gezeten en me nuttig gemaakt met wat opruimwerkzaamheden (zet een ploeg politiemensen een nachtje in een ruimte om te eten en te vertoeven en het is een zwijnenstal van heb ik jou daar) en koffie zetten. Toen er zich rond een uur of zeven genoeg mensen hadden verzameld om de dienst over te kunnen nemen, kwam men er achter dat als we een briefing zouden doen, de aflossing van de nachtdienst wel erg lang op zich zou laten wachten, dus ik kreeg een paar papieren in mijn hand gedrukt en ging met een groepje mensen naar mijn locatie. Gelukkig had ik een aspirant bij me die jaren lang in Scheveningen had gewoond, dus die kon me wegwijs maken. Na een paar instructies van mijn vermoeide voorganger, was de overdracht van de dienst een feit en had ik de leiding van een klein detachement. De hele dienst hebben we daar beveiligingswerkzaamheden uitgevoerd, patrouilles gelopen en voor de deur in de zon gestaan. Ik heb me verwonderd over de enorme politiemacht die ik voor mijn locatie voorbij heb zien trekken. Helikopters die de hele dag door in de lucht waren. Grote groepen bomverkenners, zelf tot Duitsland en Hongarije aan toe. Onopvallende voertuigen, collega's in burger ( maar herkenbaar voor het geoefende oog). Het meest opwindende wat gebeurd is tijdens die dienst is de aankomst van een staatshoofd van niet nader te noemen afkomst. Voor die tijd moest de parkeerstrook voor het hotel, waar alleen gestopt mag worden om mensen af te zetten, leeggemaakt worden. Omdat er in het hotel ook een aantal politiemensen sliepen, stonden er ook de nodige politievoertuigen in die strook geparkeerd, soms half op de stoep. Ik heb mijn best gedaan om de eigenaren te achterhalen, maar toen dat niet lukte heeft de Haagse Politiesleepdienst twee politievoertuigen afgetakeld. Ik had de gezichten van de collega's wel willen zien toen ze erachter kwamen dat hun auto's weg waren, maar ik hoop dat het ook een goeie waarschuwing is geweest. Zo laat je je auto niet achter, zeker niet als politieman. De lunch was prima geregeld en de aflossing was stipt op tijd, dus ik had die eerste dag geen klagen, zij het dan dat ik aardig vermoeid was van een hele dag lopen en staan. De tweede dag verliep helaas wat minder positief. Ik had een andere taak en was dus op een ander opkomstpunt present rond een uur of zes. Vandaar reden we met een bus naar een ander opkomstpunt gebracht om daar een briefing te krijgen. Helaas kwamen we er achter, toen we daar waren, dat dit het verkeerde opkomstpunt was en dat we heel ergens anders onze briefing zouden moeten krijgen. De bus was al weg en dus zat er niks anders op om te gaan lopen. Nu kijk ik niet op tegen een stukje lopen, maar de commentaren van de collega's die dat niet gewend waren, waren niet van de lucht. Gelukkig wisten we toch nog een bus te vorderen en werden we - een half uur te laat -afgezet op de juiste briefingslocatie. Aldaar bleek al snel bij het afroepen van de presentielijsten, dat de helft die er had moeten zijn, er niet was en dat er een groot aantal mensen wel waren, die niet op de lijst stonden. Voordat dat was opgelost, liep het al tegen achten en was er geen tijd meer voor een briefing. We werden naar de locatie gebracht en op een post neergezet zonder enig idee wat we daar moesten doen of waar we specifiek op moesten letten. Dat was lastig, want we stonden recht voor het perscentrum waar alle belangrijke buitenlandse verslaggevers aankwamen. Terwijl de dag zich bewoog naar de aflossingstijd, waren er ook heel veel leuke momenten, hoor. Het contact met de burgers op straat was zonder uitzondering positief. Iedereen stond met een fotocamera klaar om een glimp op te vangen van de delegaties die achter het hek voorbij kwamen. Iedereen stond natuurlijk te wachten op de Amerikaanse President, mr. Barack Obama en zijn gevolg. Ik heb de stoet drie keer langs zijn komen, maar omdat hijzelf in een tent uitstapte, heeft niemand hem in levende lijve gezien, althans niet vanaf onze post. Ook het contact met de pers verliep soepeltjes, al hadden mijn collega's wel een aanvaring met Powned news, maar dat is hun handelsmerk dus daar maken we ons niet druk om. Rondom de aflossingstijd echter, werd duidelijk dat de organisatie 'vergeten' was om bussen te regelen die personeel van de opkomstlocatie de stad in moest rijden en voordat dat geregeld was, waren we al anderhalf uur verder. Al met al was ik pas tegen een uur of zes thuis en kwam het instortmoment ongeveer vijf minuten na het avondeten. Al met al was het een fantastische ervaring en ik ben trots dat ik er een deel van uit heb mogen maken. Een top als dit organiseren is een enorme klus en er gaan duizend dingen fout, maar er gaan ook heel veel dingen goed. Nu, na een nachtje goed doorslapen en een normale tijdstip van wakker worden, lijken de 'ontberingen' van gisteren alweer ver in het verleden. Alleen de spierpijn in mijn kuiten van het onafgebroken staan herinnert me nog aan de dag van gisteren. Ik vind dat we het prima gedaan hebben met zijn allen. Er zijn nauwelijks incidenten geweest. Er waren geen files. Ik heb gen wanklanken gehoord. Goed, de aflossing en de briefing had beter gedeeld kunnen worden. Bij andere grote evenementen kregen we als politie vaak een klein info-boekje met belangrijke punten en dat had nu heel handig geweest, maar helaas. En het feit, dat er voor een aantal collega's, die uit de nachtdienst kwamen, geen hotelovernachting geregeld was, was beneden alle peil. Maar al met al? Ik zou het morgen zo weer willen doen.

woensdag 12 maart 2014

Nostalgie

Het mooie van een verhuizing is dat je allerlei zaken tegenkomt, waarvan je niet eens meer wist dat je ze had. In dit geval kwam ik een blikken trommel tegen, waar ik als kleine jongen van negen jaar oud mijn belangrijke dingen in bewaarde. Verjaardagskaarten. Stickers. U kent dat wel. En als je dat na 20 jaar weer eens openmaakt, heb je van tevoren allerlei verwachtingen over wat je daarin zult aantreffen. Ik verwachtte eigenlijk dat het ding vol zou zitten met oude politiefolders. Dat zit namelijk zo. Ik was als kind al helemaal lijp van de politie. Op een morgen, tijdens mijn lagere schooltijd, had mijn neef, die bij me in de klas gezien, dat er vanuit het lokale politiebureau, dat tegenover zijn huis stond, een man via het raam van de eerste verdieping uit het gebouw klom. Toen hij naar school liep heeft hij dat gemeld. Het bleek, dat een aangehouden verdachte - wij noemden dat toen nog gewoon een BOEF met hoofdletters- was ontsnapt. En alle beschikbare agenten ( we praten over de tijd van de landgroepen van de Rijkspolitie, dus er waren zeker zo'n 20 man in dienst; kom daar nu eens om!) gingen op zoek. En wij gingen mee. Want als kleine jochies wisten we schuilplaatsen, die de politie zeker weten niet kende. We hebben een groot gedeelte van de ochtend gezocht en hebben school maar even gelaten voor wat het was. Uiteraard hebben we de slechterik niet gevonden, maar we hadden wel de ochtend van ons leven. Toen we tegen een uur of tien op school aankwamen, kregen we een lesje van de juffrouw. Ik pareerde dat met al mijn negen jaar aan levenservaring dat misdaadbestrijding 'een zaak was van de politie en van het publiek was'. Zo, daar konden ze het mee doen. Nou woonde er even verderop een opperwachtmeester - later adjudant - van de Rijkspolitie, die ik via mijn vader kende. Hij werkte toentertijd op het net nieuwe hoofdkwartier van de Algemene verkeersdienst in Driebergen, later het KLPD genoemd en tegenwoordig bekend onder de naam Landelijke Eenheid. Hij reed zomers op de motor en 's winters in de Porsche. Hij kwam er op de een of andere manier achter wat we gedaan hadden en bezorgde mijn neef en mij een tuniek va de rijkspolitie, wat we nu alleen maar met ceremoniële dagen dragen, maar wat toen nog echt dagelijks uniform was. Ik ben op zijn uitnodiging zelfs op een open dag in Driebergen geweest. Demonstraties gezien van hoe men een auto openknipte na een ongeluk en over de inzet van pantservoertuigen. Die opperwachtmeester trouwens, heette Bart. Als ik zijn naam noem bij oudgedienden van de AVD, dan kennen ze hem nog wel. Bart kwam op een bijzonder nare manier om het leven, bij een motorongeluk op weg naar zijn werk. Op een dag heb ik de stoute schoenen aangetrokken. Daarnaast heb ik ook dat tuniek aangetrokken en ben op de fiets gestapt- het moet op een woensdagmiddag geweest zijn, want ik was vrij - en ben naar dat lokale politiebureau gereden. Dat was gevestigd in een omgebouwd woonhuis, naast het gemeentehuis. Ik liep naar binnen en verkondigde dat ik een middag wilde 'meewerken'. Ik kreeg ongenadig op mijn sodemieter en werd naar huis gestuurd met een stapel folders en stickers. Die heb ik altijd in die blikken trommel bewaard en zo kwam ik op dit verhaal. Nostalgie is niet meer wat het geweest is. Of de herinneringen zijn enigszins vervaagd. In de trommel trof ik niks dat met de politie te maken had. Een aantal oude werkstukken uit mijn middelbare schooltijd. Een paar oude rapporten en foto's, Eén rouwkaart van mijn oma. Een originele Vliegende Hollander, een illegale krant die in de tweede wereldoorlog uit vliegtuigen werd gegooid. Tijdens een recente cursus werd gevraagd, hoe we bij de politie waren terechtgekomen. Dit waren allemaal ervaren politiemensen, soms wel met twintig jaar ervaring. Maar het meest gehoorde antwoord was "via een bonnetje uit de Veronica-gids". Ze staan er volgens mij nog steeds in. Ik heb het bovenstaande verhaal verteld. Dat zorgde voor de nodige hilariteit en bevestigde, althans volgens mijn cursusgenoten, dat ik toen ook al niet goed snik was. Maar toch. De trommel gaat weer dicht. Ik berg hem ergens op in een kast of op zolder, waar ik er voorlopig niet meer naar zou kijken. Nou ja, er is nog een ding. Op de buitenkant zag ik een sticker van de Alarmcentrale Driebergen. Met een nostalgisch telefoonnummer 03438-4321. Om met de 3J's te spreken: Dat waren nog eens tijden.

zaterdag 8 maart 2014

Gestalkt

Het aantal programma's die op de één of andere manier over de Politie gaan, groeit. Zo was er de prima serie Luchtvaartpolitie op RTL4 waarvan ik me heb laten vertellen dat er een tweede seizoen in de maak is. Je hebt 112-weekend, een oude bekende die weer van stal is gehaald en waarin ik zelf al twee keer heb mogen figureren. Ook heeft iedere regionale zender zo zijn opsporingsprogramma's en da's allemaal prima. Maar met zonneschijn komt schaduw, en de schaduwzijde van deze programma's zijn degene die inspelen op de onderbuikgevoelens van de maatschappij. Of erger nog, de programma's die inspelen op de onwetendheid van mensen als het gaat om wetshandhaving. SBS6 heeft daar een aantal goede voorbeelden van. Zelfs John van den Heuvel, zelf ex-politieman en misdaadverslaggever heeft zich voor één van deze programma's laten strikken. Moet hij natuurlijk zelf weten en het zal geen nadelige gevolgen hebben voor zijn bankrekening, maar toch. Het meest schrijnende programma is 'Onopgeloste zaken' van Alberto Stegeman. Hierin kondigde hij - uiteraard met veel bombarie - aan dat hij zaken die de politie heeft laten liggen of niet opgelost heeft, zal aanpakken. Om vervolgens zaken te presenteren die allemaal civielrechtelijk van aard zijn en waarin de politie dus helemaal geen opsporingsbevoegdheid heeft. Voor wie het niet weet, er bestaan grofweg twee soorten recht: Publiekrecht en Privaatrecht. Er zijn er nog wel meer, maar die laten we voor het gemak even buiten beschouwing. Het private recht regelt rechtsregels tussen burgers onderling. De overheid heeft hier alleen zeggenschap in als het fout gaat. Je kunt dan denken aan koop en verkoop, huwelijk en echtscheiding en eigendomsrecht. Het publiekrecht regelt verhoudingen tussen de burgers en de staat en haar organen. Strafrecht is een voorbeeld van publiekrecht. Stegeman claimt in zijn programma dat de politie nalatig is geweest in bijvoorbeeld een oplichtingszaak. Laten we een koop/verkoop situatie nemen. Iemand koopt iets, de winkel levert en de klant betaalt niet. Dat is in eerste aanleg een civiel geschil, waar de politie niets aan kan doen. Dat klinkt misschien oneerlijk, maar dat is de wet. Stegeman echter, presenteert deze en al die andere zaken als een nalatige overheid die niets voor haar burgers doet. En dat vind ik onrechtvaardig. Ik heb hem op Twitter uitgenodigd voor een discussie hierover, maar daar wilde hij niet aan meedoen. Begrijp me niet verkeerd: als de politie of welk overheidsorgaan iets fout doet, moet zij daarop aanspreekbaar zijn. Van fouten kun je leren. Maar schotel het publiek geen zaken voor omdat ze toch niet beter weten. Dan schudt iedereen zijn hoofd en mompelt "stelletje luie zakken bij de politie" terwijl wij er niets aan kunnen doen. Een ander voorbeeld is het programma Gestalkt. Dat handelt, hoe kan het ook anders, over stalking. Het wetboek van strafrecht noemt het 'belaging' en spreekt van een stelselmatige inbreuk in andermans leven. Met andere woorden, stalking is niet iets wat één, twee of vier weken duurt, maar soms maanden en jaren kan aanhouden. En de rechtsgeleerden zijn het er niet over eens hoe lang 'stelselmatig' dan precies is. Dat wordt van geval tot geval bekeken. Dat betekent dus ook, dat een aangifte van stalking, een aangrijpend delict voor de benadeelde en vaak ook voor de familie, een langdurig proces is en dat de dader lange tijd ongestraft zijn gang kan gaan. Niet omdat de politie dat wil, maar omdat als er te snel ingegrepen wordt, de kans op een veroordeling zeer klein is. Ik ken zaken van mensen die bestookt werden met honderden Sms'jes per dag en waarbij stalking toch niet bewezen werd v erklaard. Het is goed dat het bestaan van stalking voor het voetlicht wordt gebracht hoor. Maar besef dat het niet opgelost is ineen half uurtje emo-TV. Een goede vorm van stalking overigens, wordt wel door de politie uitgevoerd. Wij stalken namelijk bekende woninginbrekers en overvallers. We controleren ze, noteren bijzonderheden over henzelf en degenen met wie ze omgaan en leggen alles vast, om de kans dat ze opnieuw in de fout gaan, zo klein mogelijk te houden. En dat werkt. Zie je wel, toch nog iets dat werkt.

woensdag 5 maart 2014

Slachtoffers

Door persoonlijke omstandigheden - ik ben recentelijk verhuisd, en iedereen die die tak van sport beoefend heeft, weet dat daar veel tijd en ergernissen in gaan zitten - zit er wat meer tijd tussen deze blog en de laatste. Wees gerust, ik ben u niet vergeten! Een wijkagent wordt geacht veel op straat te zijn. Het staat zelfs in de nieuwe politiewet, die ten grondslag ligt aan de vorming van de Nationale Politie, dat een wijkagent een sleutelrol vervult. Een wijkagent wordt geacht te weten wat er speelt onder de inwoners van zijn wijk. Waar is behoefte aan, waar hebben de mensen last van. Dat kan dus alleen maar, als de organisatie hem zoveel mogelijk uit de wind houdt als het aankomt op administratieve rompslomp, noodhulpdiensten en andere verplichtingen. Helaas wordt dat nogal eens over het hoofd gezien. De reden dat ik hierop kom is dat ik gisteren, vandaag en waarschijnlijk ook morgen bezig ben met het verhoren van een verdachte in een zaak, die mijns inziens absoluut niet bij een wijkagent thuishoort. Al was het alleen maar omdat ik daardoor drie dagen niet in mijn wijk kan zijn. In plaats daarvan heb ik de afgelopen twee maanden, via mijn chef die me overigens wel alle medewerking verleende, een stammenstrijd uitgevochten met andere afdelingen om hen van mijn zienswijze te overtuigen. Helaas zonder succes. Ziet u, soms krijg je als politieman en zaak ter behandeling ( hij wordt 'op je naam gezet' zeggen we dan) waarvan je weet: dit is een ernstig misdrijf. Hiervoor ontbreekt mij de expertise. En er zit vrijwel zeker een voorgeleiding in. Dat betekent, dat de verdachte na zijn aanhouding en de eerste zes uur voor verhoor, vrijwel zeker in verzekering wordt gesteld voor de duur van drie dagen en ook dat hij na die drie dagen ( en vijftien uur) voor de rechter-commissaris geleid moet zijn. En daar komt een berg papier werk aan te pas, dat geloof je pas als je het gezien hebt. Nou is het ontbreken van expertise niet per sé onhandig, want als je weet waar je kennis kunt halen, kunnen ze je snel op vlieghoogte brengen. Maar het simpele feit dat dit soort zaken eigenlijk bij een afdeling Recherche thuishoort, dat steekt. Niet omdat ik denk dat ze daar niks te doen hebben, maar bij mij hoort het zeker niet thuis. Die stammenstrijd waar ik zoeven aan refereerde heb ik maar opgegeven omdat ik vond, dat ik het naar de slachtoffers, overigens ook inwoners van mijn wijk, niet kon verkopen om hen nog meer slachtoffers te laten worden van het feit dat de politie een turfwar uitvecht. En als je dan achteraf gaat uitkristalliseren waar het fout is gegaan, valt dat allemaal onder het kopje miscommunicatie. Mensen hebben elkaar verkeerd begrepen, hadden andere verwachtingen van elkaar. Hoe de routing loopt van een aangifte naar een behandelend verbalisant, gaat over een weg met zoveel hobbels en kuilen, daar zal ik u niet mee vermoeien. Maar we hadden allemaal andere verwachtingen van de rol van anderen. En uiteindelijk kent deze zaak, zoals de meesten, alleen maar verliezers. Alleen maar slachtoffers. De mensen die aangifte hebben gedaan en slachtoffer werden van een misdrijf. De verdachte van het feit, want die- daar ben ik zeker van - had ook liever gezien dat de zaken anders waren gelopen. En de wijk, die een aantal dagen zijn wijkagent moet missen en dus geen vast aanspreekpunt heeft. Vanaf maandag ben ik weer.