Totaal aantal pageviews

maandag 29 april 2013

Nevenwerkzaamheden...

Een baantje erbij; een extra inkomstenbron; een zakcentje. Dat is waar de meeste mensen aan denken bij de term Nevenwerkzaamheden. Iets wat je doet naast je normale baan, gewoon omdat je het leuk vindt ( maar dan is het meer een hobby) of omdat jet het belangrijk vindt om te doen. Ik stuitte onlangs op een zaak waar ik wel medewerking aan wilde verlenen, ook al werd dat niet aan me gevraagd.

Dit betrof namelijk een krant en een internetsite die verschijnt, voor alle Poolse mensen die momenteel of in de toekomst in Nederland verblijven. En dat zijn er nogal wat! We kennen allemaal de verhalen van goedkope arbeidskrachten die de markt overspoelen, maar tegelijkertijd roemen we de werklust en het vakmanschap van de Polen en zijn we als echte Nederlanders niet vies, om ze in te huren voor een klusje thuis. Dat we daarmee zelf die zogenaamde arbeidsmarkt verzieken, zien we liever niet onder ogen, laat staan dat we het volmondig toe gaan geven.

De contacten die ik met Polen heb, zijn voorval voor het werk. Mensen die ik op de weg tegenkom tijdens controle, aan de balie tijdens hulpverzoeken ( maar dat zijn er niet zoveel, alleen degene die al redelijk ingeburgerd zijn) of bij constatering van strafbare feiten. En ik bemerk dan vaak een hoop onbegrip over de werkwijze van de politie ( zie ook het vorige stukje over de woninginbraken) .

Toen ik dus las over deze krant en internetsite, bereikbaar via www.popolsku.nl , vond ik dat een uitermate geschikt medium om wat meer over de Nederlandse Politie en haar werk te vertellen. Tot zover ging het goed. De redactie zag het wel zitten en ging graag op mijn aanbod in. Ik ben achter de computer gaan zitten en bedacht me: als je kunt bloggen, kun je een column schrijven ook. Maar dat viel nogal tegen. Op deze blog kan ik zo langdradig zijn als ik maar wil, maar een goede column is kort en bondig en heeft dan ook nog eens een punt. Dat vereist best wat oefening. En ik zat met een dilemma: zou ik de column wel of niet ondertekenen met mijn naam en daarmee bekend maken waar ik werkte? Voor deze blog, die ik in privé-tijd schrijf, heb ik  nooit toestemming gevraagd en zal dat ook nooit (hoeven) doen, omdat ik me aan een aantal regels houd. Privacy voor alle betrokkenen is er zo eentje, en privacy voor mezelf ook. Maar nu....ik heb even overlegd met mijn vrouw, en besloot een aanvraag in te dienen bij de districtsleiding. Die met dezelfde gang werd afgewezen als hij werd ingediend.

Als Politieman- of vrouw, zo moet u weten, zijn er een aantal dingen die je niet mag doen. Eén ervan is nevenwerkzaamheden die onverenigbaar zijn met het politiewerk. Werkzaamheden waarbij je gemakkelijk het risico loopt om op een andere manier in aanraking te komen met...de Politie. Genoemd wordt bijvoorbeeld beveiligingsmedewerker, taxichauffeur of portier. Ook dingen, die aantoonbaar of niet aantoonbaar verband kunnen houden met criminele zaken zijn uiteraard verboden.

Maar schrijven voor een internetsite? Is dat onverenigbaar met Politiewerk? Nou, misschien omdat jet het breed opgezette communicatiebeleid van de Nieuwe Nationale Politie zou kunnen doorkruisen ( in het geschreven woord kun je nèt niet dat stukje sarcasme kwijt dat ik normaal wel weet uit te spreken, maar vooruit) en een verkeerde mening zou kunnen weergeven. Maar toevallig had ik onlangs een lijkvinding waarbij de plaatsvervangend districtschef ook ter plaatse kwam. Nadat de werkzaamheden met het genoemde lijk waren afgehandeld heb ik hem gevraagd waarom de aanvraag was afgewezen en hij gaf een iets andere lezing dan die ik via de lijn - en over heel veel schijven - had teruggekregen. Dus ik besloot een nieuwe aanvraag in te sturen die wel goedgekeurd werd.

Dus, als uw Pools aan een driftige opfrisbeurt toe is,  dan kunt u de columns van mij binnenkort lezen op het genoemde medium. Dit alles in de hoop om de Poolse medemens beter bekend te maken met de handelswijze van de Politie, en tegelijkertijd misschien wat meer inzicht te krijgen over hoe Polen denken over ons. Wederzijds begrip. Dat kan nooit verkeerd zijn, toch?

vrijdag 26 april 2013

Communicatie is alles

Natuurlijk geldt de kop van dit stukje voor alle situaties in het leven. Vanmorgen nog, tijdens een buitensportlesje,  wist ik een wedstrijdje te winnen doordat de instructrice de oefening niet volledig had uitgelegd. Communicatie is zo belangrijk, maar door gebrek daaraan wist ik de regels te omzeilen. En niet eens omdat ik van plan was om de regels te breken - dat doe ik zelden en zeker niet met opzet - maar gewoon omdat zij in mijn ogen niet duidelijk was geweest.

Het berichtje in de krant en op diverse websites, dat agenten 'vrezen voor veiligheid ' tijdens de kroning en de daaropvolgende festiviteiten vanwege het communicatiesysteem c2000 is ook zoiets. Hoewel de naam anders doet vermoeden, kwam het systeem pas online in 2004 en was, in tegenstelling tot het oude systeem, een digitaal versleuteld spraaksysteem. Het oude systeem kende namelijk zijn beperkingen. Als je door West-Utrecht reed, moest je drie keer overschakelen van frequentie om maar eens iets te noemen. En er waren zogenaamde 'black-spots': plaatsen waar je kon roepen wat je wilde, maar de meldkamer kon je niet ontvangen, vanwege elektromagnetische storingen, of andere redenen. Da's toch knap lullig als je staat te roepen in een noodsituatie en niemand kan je horen.

Sinds de invoering van c2000 is het een aantal keren flink misgegaan. Het neerstorten van de Boeing van Turkish Airlines is er zo één. Ook de rellen in Haren is er één. Toevallig heb ik afgelopen week tijdens de Wijkagenten-Xperience daar nog een lezing over gekregen en er stond een artikel in Blauw hierover.  Wat de collega's, die daar in de eerste lijn stonden, hebben meegemaakt, is onbeschrijfelijk. En nadat ik enkele filmpjes heb gezien, die u niet te zien kreeg, heb ik alle bewondering voor hun zelfbeheersing, in de wetenschap dat ik die misschien niet gehad had.

Waar gaat het dan fout. Er zijn een aantal pijnpunten. Tijdens het normale, alledaagse proces is het systeem prima te bedienen. Als je iets wilt van de meldkamer, dan roep je en je krijgt antwoord. En als het druk is dan wacht je even. En als er ergens anders een incident is, dan krijgt dat uiteraard voorrang en ben je voor bevraging van bijvoorbeeld een kenteken, even aangewezen op een belletje of je eigen blackberry. Maar bij een groot incident, zoals ik hierboven noemde, dreigt alles fout te gaan. En dat komt niet in de laatste plaats doordat de agent op straat van mening is dat wat híj op dat moment te zeggen heeft, het allerbelangrijkste is wat de meldkamer of collega's moeten weten. Dat is op zichzelf niet zo erg, maar als er twintig man staan die allemaal datzelfde denken, dan komen we er niet. En als er dan nog echte stress gaat meetellen, wordt het alleen maar erger.

Aan de zijde van de meldkamer, geldt het omgekeerde. Daar zitten tijdens een normale dienst twee collega's ( als we geluk hebben) voor een bepaald gebied. Komt er een groot incident, dan gaan ze naar een aparte meldtafel, en bemoeien ze zich alleen maar met dat ene incident. Maar dan nog komen alle oproepen van straat op één apart kanaal binnen. En het systeem kan maar één spraakverbinding tegelijkertijd leggen tussen de meldkamer en een collega op straat. En dan heeft de centralist nog zat andere dingen te doen. Contact onderhouden met andere hulpdiensten. Telefoontjes beantwoorden. Incident loggen in de computer, zodat later is terug te lezen welke acties er allemaal hebben plaatsgevonden. Gespreksgroepen reserveren voor het incident per functiegroep ( zoals verkeer, hulpverlening, begeleiding, en leiding ter plaatse) en al die handelingen moeten gebeuren terwijl er aan alle kanten geroepen wordt.

Nu zijn we sinds kort aan het experimenteren met roepen op aanvraag. Als je wat te zeggen hebt tegen de meldkamer, dien je een gespreksaanvraag in te dienen. Niet schriftelijk, zoals je misschien bij een overheidsinstelling zou mogen verwachten, maar gewoon door een knopje in te drukken. De centralist ziet dan jouw roepnummer oplichten en roept terug zodra hij of zij daaraan toekomt. Is het echt dringend, dan kun je een 'urgente spraakaanvraag' doen. Dan kom je bovenaan de lijst te staan.

En als iedereen zich daaraan houdt, zal het best werken. Doet het systeem waar het voor bedoeld is. Maar het blijft vreemd. Want agenten zijn nou eenmaal haantjes-de-voorste. Willen gehoord worden. Zijn overtuigd van hun eigen belangrijkheid. Dus het zal nog wel wat voeten in de aarde hebben. Maar ik ben ervan overtuigd dat het systeem in de basis in orde is en toegerust op de taak waar het voor bedoeld is. Heldere en duidelijke communicatie dat bovendien veilig is voor afluisteraars. Maar ik hoor graag andere meningen. Wie pakt de handschoen op?

woensdag 17 april 2013

Een royaal gevoel

Aan de koffietafel worden de smeuïgste verhalen verteld; ik weet niet of dat bij u ook zo is, maar bij de politie, mits er een verschil in leeftijd en dienstjaren is, wordt met groot enthousiasme verteld over 'vroeger'. Vroeger kon er meer, was er meer, alles was beter, u kent dat wel. Je kon, als ik de verhalen mag geloven in ieder geval met meer wegkomen dan nu. Ik heb de verhalen gehoord over de kroningsrellen van 1980. Waarbij één van mijn vorige chefs bij de toentertijd nauwelijks uitgeruste ME diende en vanaf de daken rondom de Dam bekogeld werd met trottoirbanden. Dat er toen geen doden zijn gevallen, mag een wonder heten.

Ik kwam op dit onderwerp terwijl ik het laatste nieuws over de aanstaande abdicatie van - nu nog - Prins Willem Alexander las. Het korps Amsterdam staat voor een megaklus. Vindt de rest van politie Nederland tenminste. Zelf hebben ze het niet alleen over dit evenement dat de hele wereld over zal gaan, maar kijken ze daar ook al weer naar het kampioenschap van Ajax en de dodenherdenking op de Dam, allemaal gebeurtenissen die enorm veel capaciteit opslokken. Er moest dan ook enorm veel mankracht geleverd worden aan Amsterdam. Maar nu de contouren van die dag langzaamaan zichtbaar worden, lijkt dat hel erg mee te vallen. Ik hoef er in ieder geval niet heen. En dat vind ik jammer. Begrijp me goed, ik geniet enorm van mijn vrije tijd ( nu nog meer dan vroeger) maar dit soort dagen zijn de krenten uit de pap.

Ik heb twee maal gewerkt met Koninginnedag waarbij de Koninklijke familie ook aanwezig was. In 1999 in Houten, toen ik nog aspirant was, en vorig jaar in Rheden. Ik heb vanaf de zijlijn gezien wat een enorme operatie dat is geweest. Ik vond het leuk om te doen, ik vond ook een eer om te mogen doen. Uit het bovenstaande kunt u opmaken dat ik het koningshuis een warm hart toedraag. Dat is inderdaad zo, al zou ik desgevraagd niet direct een aantal klare redenen hiervoor kunnen opnoemen. Ik ben in ieder geval  nog steeds trots als het Wilhelmus ergens klinkt.

Maar om mij heen hoor ik dit soort geluiden niet zo vaak meer. Wij Nederlanders lopen ook niet zo voorop als het gaat om Nationale trots, tenminste niet als we hier in Nederland zijn. In het buitenland mag iedereen weten dat we Nederlands zijn maar hier thuis geven we graag af op Nederland. Vorige week was ik toevallig tijdens het weekend bezig met een parkeercontrole in het dorp. Een man die bezig was met het inladen van de boodschappen wilde of durfde mij kennelijk niet aan te spreken, maar klaagde wel luidkeels over Nederland en de functie die ik in zijn ogen vervulde, namelijk die van spekker van de belastingkas. Ik dacht bij mezelf: als het je hier niet bevalt, dan sodemieter je toch op? Je weet niet half hoe goed je het hier hebt.

Door de trots die ik voel voor het koningshuis, voel ik ook pure minachting voor een aantal eerste en  tweede Kamerleden die weigeren de eed van trouw af te leggen aan de koning. ""Nee" hoorde ik er één zeggen "Ik heb de eed al afgelegd toen ik Tweede Kamer lid werd, ik ga het niet nog eens doen". Als het aan mij lag, werden ze allemaal direct ontslagen en ontdaan van welke wachtgeldregeling dan ook, maar ook dat is democratie, zo werd mij ingefluisterd. Toen ik bij de politie kwam , heb ik, samen met mijn klasgenoten,  gezworen de grondwet en de Koningin en om alle wetten van dit land te eerbiedigen." Ik heb dat met volle overtuiging gedaan en beantwoord met "Zo waarlijk helpe mij God almachtig!" Ik vond het een plechtig moment, want het gaf voor mij aan waar ik voor stond en wat de inhoud van mijn werk zou zijn. En ik zou het zo weer doen, als dat van mij verlangd werd. Ik kan geen helder argument bedenken om het niet te doen, want uiteindelijk is het alleen maar een bevestiging van wat je eerder hebt gezworen en als het goed is, is dat niet veranderd. Ik stond toen ergens voor en daar sta ik nu nog steeds voor. Dus wat is er dan verkeerd om dat nog een keer te benadrukken?


zaterdag 13 april 2013

Uit eigen ervaring...


Het onderstaande stuk is eerder verschenen in vakblad BLAUW voor de politie. Ik ben normaal gesproken niet zo van het overtypen ( het is best wel veel werk en knippen/plakken werkte niet) maar dit stuk greep me rechtstreeks bij de keel. Ik hoop dat u datzelfde gevoel heeft.

 Woord vooraf: de tekst uit dit stuk komt rechtstreeks uit mijn hart. Ik vind het verschrikkelijk dat zoveel mensen slachtoffer worden van misdrijven in het algemeen en van woninginbraken in het bijzonder. Afgelopen week werd ik voor de tweede keer slachtoffer van een woninginbraak. Deze keer is het bij een poging gebleven. De eerste keer was het wel rak en lagen mijn vrouw en ik boven te slapen. Ik weet dus welke impact een woninginbraak op slachtoffers en bewoners heeft. Ik ben van mening dat wij als overheid te weinig doen aan dit soort criminaliteit.  Als overheid bedoel ik de politie, het OM, de rechterlijke macht en in mindere mate ook de gemeente en de politiek. 

Het percentage van het totaal aantal misdrijven veroorzaakt door veeplegers wordt steeds groter. Het laatste wetenschappelijk onderzoek op dit gebeid wijst uit dat ongeveer 15 procent van de daders verantwoordelijk is voor 85 procent van de delicten( dit was altijd (20-80). Dit kan men ook positief uitleggen. De strafrechtelijke vervolging door het Openbaar ministerie en de daaropvolgende reactie van de rechterlijke macht werkt goed. 85 procent van de vervolgde verdachte recidiveert niet en ziet men ( de politie) niet meer terug. Voor die 85 procent werkt de keten dus goed; die zien we niet meer terug. De bottleneck zit hem in die 15 procent. Daar hebben we last van. Zij zorgen voor het grootste gedeelte van het aantal misdrijven  en maken het meeste slachtoffers. Op die groep moeten wij ons richten om de criminaliteit te doen dalen. Wij moeten die misdadigers stoppen om meer slachtoffers te voorkomen. Als ik me hierbij richt op woninginbraken dan is er nog heel veel te doen.
Woninginbraken hebben veel impact op slachtoffers. Zeker als de slachtoffers thuis waren toen er bij hen werd ingebroken, kunnen zij daar nog jarenlang een trauma van overhouden. Ik weet dat uit eigen ervaring. Op de terechtzitting worden er, volgens het OM, forse straffen gevorderd bij de rechter. Voor een voltooide inbraak wordt de eerste keer namelijk drie maanden geëist en voor de tweede keer zes maanden. Als de verdachte tijdens de terechtzitting nog ( verzonnen) verzachtende omstandigheden aanvoert, wordt de  straf in veel gevallen nog lager. Ik begrijp dat niet. 

Op een woninginbraak staat zes jaar gevangenisstraf. In veel gevallen, als men dat ’s nachts doet of in vereniging staat er zelfs negen jaar op. Nu heb ik  onderzoek gedaan over meerdere jaren in de voormalige politieregio’s Haaglanden en Rotterdam. De rechtbank heeft nimmer een gevangenisstraf opgelegd van langer dan twee jaar voor een serie woninginbraken. Waarom dan zo’n lange gevangenisstraf in het Wetboek van Strafrecht? Welnu, dat dateert uit de jaren 1880 en verder. Toen is het huidige Wetboek van Strafrecht ontwikkeld. Professor Modderman heeft daarvan het grootste gedeelte voor zijn rekening genomen. Hij was een genie en stond bekend om zijn milde zienswijze voor het opleggen van vrijheidsstraffen. Volgens hem had het weinig zin, want het hielp de verdachte ( de dader) niet. Behalve toen hij bij woningbraken aankwam. Hij besloot daar maximaal zes jaar gevangenisstraf op te zetten. In de memorie van toelichting schreef hij dat woninginbraken erg ingrijpend zijn voor de slachtoffers en een grote impact hebben op de veiligheidsgevoelens van burgers.  Er moet toch één plaats zijn waar mensen zich veilig kunnen voelen: in hun eigen woning.  

Wij laten in Nederland toe dat er 70.000 woninginbraken per jaar gepleegd mogen worden. Wij dragen als overheid niet, of in elk geval onvoldoende, uit dat dit feit niet te tolereren is en dat er hoe dan ook gestopt moet worden. Drie maanden gevangenisstraf moedigt daarbij niet echt aan, zeker als we de pakkans erbij optellen. Die is maximaal zeven procent. Ik geloof ook niet dat een woninginbraak een zogenaamd instapdelict is en ik ben ervan overtuigd dat daders meer misdrijven hebben gepleegd voordat ze voor de eerste keer voorkomen voor de rechtbank.

Nogmaals die forse eis. De eerste  keer drie maanden  onderschrijf ik niet. Ik vind de eis belachelijk laag. Als het aan mij zou liggen mogen ze vier tot vijf jaar krijgen. Gevangenisstraf is kostbaar, zegt men. Nee, de woningbreker laten lopen is veel duurder. Niet alleen de materiële schade maar ook de immateriële schade loopt behoorlijk op. Wij hebben als overheid toch de plicht om inwoners te beschermen. Welnu, dat doen we op het gebied van woningbraken in het geheel niet of in ieder geval te weinig.  

De politierechter

De Officier van Justitie bepaalt in eerste instantie voor welke rechtbank de verdachte wordt geleid en berecht. In veel gevallen wordt gekozen voor de politierechter. U zult begrijpen dat ik daar apert op tegen ben. De OVJ mag voor de politierechter maximaal twaalf maanden gevangenisstraf eisen waarna de politierechter dit maximaal mag opleggen. Ik vind dat veel te weinig. Ook dit is een verkeerd signaal naar de verdachte toe. Ze weten dat ze er bij de politierechter met een koopje vanaf komen. Daarnaast ben ik het niet eens met de stelling van het OM dat woninginbraken eenvoudige zaken zijn. Nee, het zijn veelal ingewikkelde zaken die door de meervoudige kamer behandeld moeten worden. Indien het OM en de rechters blijven bij deze lage eisen en de opgelegde straffen, moeten zij de leuning grijpen het Wetboek van Strafrecht aanpassen. Laten ze er bijvoorbeeld maximaal drie jaar op zetten, want meer dan twee jaar is er toch nooit opgelegd. Dan geef je een signaal af aan de bevolking dat je het toch niet belangrijk vindt. Want nu, met een eis van enkele maanden wordt er komedie gespeeld. Het is gewoon een farce. Nogmaals, we praten hier over de veelplegers die we niet stoppen.  

In dit kader zou ik het betreuren dat er minimum straffen opgelegd kunnen worden. Dit zou een teruggang betekenen voor het hedendaagse strafrecht. Echt straffen op maat is dan niet meer mogelijk. Ik snap deze beweging echter wel. Rechters worden voor het leven benoemd en hoe meer wij op langere straffen aandringen, des te meer rechters daarvan afwijken. Bijna chargerend laten zij blijken de derde onafhankelijke macht te zijn in onze democratie. E leggen straffen op naar goeddunken. Ook moeten  we werken aan de beeldvorming. Ik zal dat uitleggen. Wanneer een Poolse verdachte, of erger nog, eentje uit de Oekraïne wordt aangehouden voor een woninginbraak, moeten wij ook een signaal afgeven. Nu komt het voor dat de verdachte de inbraak bekent en spijt betuigt aan de recherche, na verhoor wordt er contact opgenomen met de OVJ, die standaard vraagt of de verdachte antecedenten heeft. In Nederland zijn die in veel gevallen niet te achterhalen. De verdachte wordt daarom in vrijheid gesteld. Immers, de zaak is opgelost. Dit kan op dezelfde dag nog zijn of anders in maximaal drie dagen. De verdachte komt dan terug in de Poolse gemeenschap in Duinrell. Zijn Poolse vrienden vragen hem dan “Jij was toch aangehouden voor een woningbraak?” “Ja”, zegt de verdachte dan, “ik heb bekend en mocht naar huis.” Die Polen zullen denken dat we het in Nederland niet eg vinden dat er wordt ingebroken. Ik zou dan ook graag zien dat alle verdachte van een ( voltooide) woninginbraak tot aan de rechtszitting worden vastgehouden en direct daarna hun gevangenisstraf gaan uitzitten. De dader is dan gedurende langere tijd uit de roulatie en kaamt geen verdere slachtoffers. Dat schrikt pas af. Het aantal woningbraken en het daarbij behorende aantal slachtoffers zullen dan ook fors dalen.  

Resumé
 Wanneer houdt het nu eens op? Na de derde, de vijfde, of de tiende woninginbraak? Beginnen we na de tweede  ISD-maatregel weer opnieuw? Komt er dan nooit eens een tijd om de notoire woningbreker voor langere tijd uit de roulatie te halen? Kan iemand wij vertellen waarom een wijkbureau een veelplegende woningbreker in één jaar tijd drie keer of meer kan aanhouden voor woningbraken. Hoe leggen we dat uit aan politiemensen? Hoe houden we die gemotiveerd? Maar erger nog: waarom staan we toe dat criminelen iedere dag weer nieuwe slachtoffers maken? Dat vind ik pas erg!

 

Frans van der Meer

Eenheid den Haag.

donderdag 4 april 2013

Voor het karretje gespannen

Ik heb de afgelopen paar dagen doorgebracht met een onderzoek naar een nogal forse vechtpartij, die gebeurde in een tent, net voor oud en nieuw. Dat feitje alleen al zal wenkbrauwen doen fronsen: werkt de politie dan zó langzaam , dat vier maanden na dato een onderzoek gedraaid kan worden? Ja en nee. Ik heb de zaak al sinds half januari onder mijn beheer. Sinds die tijd heb ik bijzonder veel tijd doorgebracht met het horen van getuigen, maar ook met het benaderen van die getuigen om ze überhaupt zo ver te krijgen dat ze een verklaring wilden afleggen. Daar gaan zo maar enkele weken overheen. En toen ik eenmaal zo ver was dat ik verdachten kon gaan aanhouden, moest ik dat nog in mijn drukbezette agenda zien weg te plannen. Want voor een onderzoek als deze, waarbij verdachten de kans lopen in verzekering gesteld te worden, moet ik tenminste twee hele dagen uittrekken. En dat valt niet mee, want ook mijn agenda staat soms ernstig onder druk.

De verdachten op hun beurt, verweten mij dat we deze zaak na vier maanden nog oppakten en dat ze ook wel gekomen waren als we hadden gebeld met de vraag of ze even langs wilden komen. Dat klinkt wel heel leuk, maar als ze tijdens het verhoor ineens besluiten niet meer me te werken en ze lopen de deur uit, dan kan ik ze niet meer tegenhouden en kan ik ook geen verdere dwangmiddelen toepassen. Daarnaast ontzeggen ze zichzelf de kans op rechtsbijstand van een advocaat. Voor een aangehouden verdachte waarschuwt de politie een advocaat; Voor een verdachte die zich vrijwillig meldt voor verhoor doen we dat niet en vaak beslist de verdachte in zijn onwetendheid om geen advocaat te nemen.

Hoe dan ook, na verhoor van deze verdachten en een aantal getuigen waarmee zij op de proppen kwamen, moest ik mijn beeld van wat er nou precies had plaatsgevonden tijdens de vechtpartij, bijstellen. En dat was niet de eerste keer. Een andere zaak die ik een paar maanden geleden afrondde had een zelfde soort afloop waaruit in ieder geval bleek dat de aangevers niet zo brandschoon waren als ze deden voorkomen. Nu leek het er zelfs op dat ze willens en wetens hun aangiftes hadden aangedikt of zelfs mogelijk (deels) hadden verzonnen zodat de verdachten door de politie zouden worden aangehouden en tenminste enige uren, zo niet dagen in een politiecel zouden doorbrengen. En dat lijkt ook te kloppen met het feit dat de getuigen onwillig waren en dat de aangever, die vorstelijk mishandeld was, niet naar een dokter wilde gaan en mijn terugbelverzoeken negeerde. Volgens de verdachten namelijk, waren ze na deze vechtpartij bij nog een andere vechtpartij betrokken geweest en daar zou het letsel ook door veroorzaakt kunnen zijn.

Bij de politie draait in enkele regio's een experiment genaamd ZSM. De afkorting staat voor Zo Slim/Snel/Simpel Mogelijk. Het werkt relatief simpel. Bij een aanhouding vult de Hulpofficier van Justitie, die de verdachte voorgeleid, een formulier in en mailt dat aan ZSM. Daar zitten een Officier van Justitie, een medewerker van de  reclassering, Bureau Jeugdzorg en enkele andere belanghebbenden. Zij lezen de zaak in en bekijken of die voor de rechter moet worden gebracht, of dat er een andere simpelere afdoening mogelijk is. Er kan bijvoorbeeld direct een boete uitgesproken worden, of een alternatief traject. Ook kan er hulpverlening worden opgestart. Als verdachte weet je gelijk waar je aan toe bent als je de deur uitloopt. Er kan een voorstel gedaan worden tot afdoening dat je kunt accepteren. Ben je het daar niet mee eens, dan kun je de zaak alsnog voor de rechter laten komen, zij het dat de Officier op zitting een hogere straf zal eisen. En het vermindert de werkdruk bij de rechter en in mindere mate bij de politie, dus vrijwel iedereen is blij. In deze aak echter, besloot men de zaak op een nader tijdstip beter te bestuderen en konden de verdachten voorlopig vrijuit gaan.

Een hoop werk en een onbevredigend gevoel. Want ben ik nou wel of niet voor het karretje gespannen? Misschien zal ik het nooit weten. Maar het noopt me wel om bij een aangifte van een strafbaar feit, waarbij drank in het spel was, kritischer te kijken naar de motieven van de aangever. Is het echt wel zo gebeurd als hij zegt, of speelt er meer mee? En dat is jammer, want een aangever komt naar de politie omdat hem onrecht is gedaan en als de politie de indruk wekt hem niet te geloven, dan komt hij de volgende keer niet meer. En dat willen we ook weer niet bereiken.

maandag 1 april 2013

(het is niet meer) je eigen schuld!

Veel mensen weten dat misschien niet, maar de politie en het Centraal Justitieel Incasso Bureau hebben een werkrelatie die beide kanten op gaat. De boetes die wij uitschrijven, worden door het CJIB geïncasseerd. Als die boetes echter niet betaald worden, dan stuurt het CJIB de boetes terug naar de politie. Ze gaan er namelijk van uit dat niemand graag de politie aan de deur ziet. Als de boetes niet betaald worden, dan beslist de Officier van Justine in Leeuwarden namelijk, dat de politie in de woonplaats van de veroordeelde drie keer langs moet gaan aan de deur om hem of haar te bewegen tot betaling.Als extra stok achter de deur wordt de sanctie opgelegd dat het voertuig waarmee de overtreding werd gepleegd - of ieder ander voertuig dat de veroordeelde tot zijn beschikking heeft - af te laten takelen, waardoor de openstaande boete wordt vermeerderd met takel- en stallingskosten.

Derhalve kom ik als wijkagent vaak bij mensen aan de deur hiervoor. Dit is een klus waar veel politiemensen hun neus voor ophalen. "We zijn toch geen deurwaarder?" zeggen ze dan? Nee, dat klopt, zeg ik dan, maar de boetes die wij gaan innen zijn in eerste plaats uitgeschreven door ons als politie. En ik neem aan dat je dat niethebt gedaan om vervolgens te zien dat er niets mee gedaan werd omdat iemand weigert te betalen? Het zijn resultaten van uitspraken van de rechter, waardoor iemand schuldig is verklaard. En het zijn soms uitspraken tot het betalen van een schadevergoeding aan een slachtoffer van een misdrijf. Ook dan zijn wij er om die belangen te behartigen en te beschermen.

Aan de deur dus. Ik doe dat met de nodige compassie en begrip. Want ik kom soms mensen tegen die zo diep in de schulden zitten dat boetes op het laatste plan staan. Ze willen eerst de ziektekostenverzekering, de huur en eten betalen en dan komt de rest wel. En ik kan ze geen ongelijk geven. En soms hebben ze al die kosten niet, maar hebben ze eenvoudig niet het geld om al die boetes in één keer te betalen. Want boetes krijg je tegenwoordig niet alleen meer van de politie, maar ook van automatische systemen langs de snelweg, van bestandscontroles van het RDW en van andere opsporingsdiensten zoals de Douane en de FIOD. En dat kan aardig oplopen.

Ik maak daarom ook wel afspraken dat mensen één boete per maand kunnen betalen en dat ze, zolang ze zich aan die afspraak houden, ze door ons met rust gelaten worden. Ik vertel er óók altijd bij, dat die afspraak vervalt als ze buiten de gemeentegrenzen worden gecontroleerd en dat ze dan afhankelijk zijn van de goede wil van de collega's ter plaatse.

De laatste tijd kom ik ook steeds meer mensen tegen die een beroep hebben gedaan op de Wet Schuldsanering. Als je zo diep in de schulden zit en je ziet zelf geen mogelijkheid meer om eruit te komen, kun je je melden bij de gemeente. Die hebben meestal een bedrijf in de arm genomen om de uitvoering van deze wet te regelen, simpelweg omdat de kennis hen zelf ontbreekt. Dat bedrijf maakt je schulden inzichtelijk, doet een voorstel tot aflossing van de schulden waarbij voor jezelf een minimum leefbedrag wordt vastgesteld en kijkt of de eisende partij hiermee accoord wil gaan. Doe ze dat niet, dan kan de rechter een uitspraak doen dat je in de Wet wordt opgenomen. Na drie of vijf jaar leven op het bestaansminimum ben je dan schuldenvrij en kun je je leven overnieuw beginnen. Overigens geldt dat wel alleen voor de schulden die je in het verleden gemaakt hebt. Alle nieuwe schulden na de rechtelijke uitspraak zijn gewoon voor je eigen rekening.

Wij hebben een goede werkrelatie met het bedrijf dat de schuldsanering uitvoert in onze gemeente,. We moeten wel, want ook wij worden soms gewoon voorgelogen. Alle afspraken ten spijt. Soms komt er dus ook gewoon van dat ik iemand moet oppakken die zijn boetes niet betaald, ondanks dat hij beloofd heeft dit wel te doen. En daarmee stort ik hem of haar soms nog dieper in de ellende. Dat doet pijn, maar ik leef ook bij de wetenschap dat als mensen de feiten niet erkennen en denken een loopje te nemen met de wet, ze daarmee heel lang mee weg kunnen komen en er uiteindelijk niet mee gediend zijn. Uiteindelijk zijn de afspraken, zoals ik die hierboven beschreef, door mij zelf bedacht en niet gestoeld op enig wettelijk voorschrift. En is de wet gelijk voor iedereen, ongeacht afkomst, ras,geloof of levensovertuiging. Of financiële situatie.

Soms is het je eigen schuld. Soms niet meer.