Het onderstaande stuk is eerder verschenen in vakblad BLAUW
voor de politie. Ik ben normaal gesproken niet zo van het overtypen ( het is
best wel veel werk en knippen/plakken werkte niet) maar dit stuk greep me rechtstreeks
bij de keel. Ik hoop dat u datzelfde gevoel heeft.
Het percentage van het totaal aantal misdrijven veroorzaakt
door veeplegers wordt steeds groter. Het laatste wetenschappelijk onderzoek op
dit gebeid wijst uit dat ongeveer 15 procent van de daders verantwoordelijk is
voor 85 procent van de delicten( dit was altijd (20-80). Dit kan men ook positief
uitleggen. De strafrechtelijke vervolging door het Openbaar ministerie en de
daaropvolgende reactie van de rechterlijke macht werkt goed. 85 procent van de
vervolgde verdachte recidiveert niet en ziet men ( de politie) niet meer terug.
Voor die 85 procent werkt de keten dus goed; die zien we niet meer terug. De
bottleneck zit hem in die 15 procent. Daar hebben we last van. Zij zorgen voor
het grootste gedeelte van het aantal misdrijven
en maken het meeste slachtoffers. Op die groep moeten wij ons richten om
de criminaliteit te doen dalen. Wij moeten die misdadigers stoppen om meer
slachtoffers te voorkomen. Als ik me hierbij richt op woninginbraken dan is er
nog heel veel te doen.
Woninginbraken hebben veel impact op slachtoffers. Zeker als
de slachtoffers thuis waren toen er bij hen werd ingebroken, kunnen zij daar
nog jarenlang een trauma van overhouden. Ik weet dat uit eigen ervaring. Op de
terechtzitting worden er, volgens het OM, forse straffen gevorderd bij de
rechter. Voor een voltooide inbraak wordt de eerste keer namelijk drie maanden geëist
en voor de tweede keer zes maanden. Als de verdachte tijdens de terechtzitting
nog ( verzonnen) verzachtende omstandigheden aanvoert, wordt de straf in veel
gevallen nog lager. Ik begrijp dat niet.
Op een woninginbraak staat zes jaar gevangenisstraf. In veel
gevallen, als men dat ’s nachts doet of in vereniging staat er zelfs negen jaar op.
Nu heb ik onderzoek gedaan over meerdere
jaren in de voormalige politieregio’s Haaglanden en Rotterdam. De rechtbank
heeft nimmer een gevangenisstraf opgelegd van langer dan twee jaar voor een
serie woninginbraken. Waarom dan zo’n lange gevangenisstraf in het Wetboek van Strafrecht?
Welnu, dat dateert uit de jaren 1880 en verder. Toen is het huidige Wetboek van
Strafrecht ontwikkeld. Professor Modderman heeft daarvan het grootste gedeelte
voor zijn rekening genomen. Hij was een genie en stond bekend om zijn milde
zienswijze voor het opleggen van vrijheidsstraffen. Volgens hem had het weinig
zin, want het hielp de verdachte ( de dader) niet. Behalve toen hij bij
woningbraken aankwam. Hij besloot daar maximaal zes jaar gevangenisstraf op te
zetten. In de memorie van toelichting schreef hij dat woninginbraken erg
ingrijpend zijn voor de slachtoffers en een grote impact hebben op de veiligheidsgevoelens
van burgers. Er moet toch één plaats
zijn waar mensen zich veilig kunnen voelen: in hun eigen woning.
Wij laten in Nederland toe dat er 70.000 woninginbraken per
jaar gepleegd mogen worden. Wij dragen als overheid niet, of in elk geval
onvoldoende, uit dat dit feit niet te tolereren is en dat er hoe dan ook
gestopt moet worden. Drie maanden gevangenisstraf moedigt daarbij niet echt
aan, zeker als we de pakkans erbij optellen. Die is maximaal zeven procent. Ik
geloof ook niet dat een woninginbraak een zogenaamd instapdelict is en ik ben
ervan overtuigd dat daders meer misdrijven hebben gepleegd voordat ze voor de
eerste keer voorkomen voor de rechtbank.
Nogmaals die forse eis. De eerste keer drie maanden onderschrijf ik niet. Ik vind de eis
belachelijk laag. Als het aan mij zou liggen mogen ze vier tot vijf jaar
krijgen. Gevangenisstraf is kostbaar, zegt men. Nee, de woningbreker laten
lopen is veel duurder. Niet alleen de materiële schade maar ook de immateriële schade
loopt behoorlijk op. Wij hebben als overheid toch de plicht om inwoners te beschermen.
Welnu, dat doen we op het gebied van woningbraken in het geheel niet of in
ieder geval te weinig.
De politierechter
De Officier van Justitie bepaalt in eerste instantie voor
welke rechtbank de verdachte wordt geleid en berecht. In veel gevallen wordt
gekozen voor de politierechter. U zult begrijpen dat ik daar apert op tegen
ben. De OVJ mag voor de politierechter maximaal twaalf maanden gevangenisstraf
eisen waarna de politierechter dit maximaal mag opleggen. Ik vind dat veel te
weinig. Ook dit is een verkeerd signaal naar de verdachte toe. Ze weten dat ze er
bij de politierechter met een koopje vanaf komen. Daarnaast ben ik het niet
eens met de stelling van het OM dat woninginbraken eenvoudige zaken zijn. Nee,
het zijn veelal ingewikkelde zaken die door de meervoudige kamer behandeld moeten
worden. Indien het OM en de rechters blijven bij deze lage eisen en de
opgelegde straffen, moeten zij de leuning grijpen het Wetboek van Strafrecht
aanpassen. Laten ze er bijvoorbeeld maximaal drie jaar op zetten, want meer dan
twee jaar is er toch nooit opgelegd. Dan geef je een signaal af aan de
bevolking dat je het toch niet belangrijk vindt. Want nu, met een eis van
enkele maanden wordt er komedie gespeeld. Het is gewoon een farce. Nogmaals, we
praten hier over de veelplegers die we niet stoppen.
In dit kader zou ik het betreuren dat er minimum straffen
opgelegd kunnen worden. Dit zou een teruggang betekenen voor het hedendaagse
strafrecht. Echt straffen op maat is dan niet meer mogelijk. Ik snap deze
beweging echter wel. Rechters worden voor het leven benoemd en hoe meer wij op
langere straffen aandringen, des te meer rechters daarvan afwijken. Bijna chargerend
laten zij blijken de derde onafhankelijke macht te zijn in onze democratie. E leggen
straffen op naar goeddunken. Ook moeten we werken aan de beeldvorming. Ik zal dat
uitleggen. Wanneer een Poolse verdachte, of erger nog, eentje uit de Oekraïne
wordt aangehouden voor een woninginbraak, moeten wij ook een signaal afgeven.
Nu komt het voor dat de verdachte de inbraak bekent en spijt betuigt aan de
recherche, na verhoor wordt er contact opgenomen met de OVJ, die standaard vraagt
of de verdachte antecedenten heeft. In Nederland zijn die in veel gevallen niet
te achterhalen. De verdachte wordt daarom in vrijheid gesteld. Immers, de zaak
is opgelost. Dit kan op dezelfde dag nog zijn of anders in maximaal drie dagen.
De verdachte komt dan terug in de Poolse gemeenschap in Duinrell. Zijn Poolse
vrienden vragen hem dan “Jij was toch aangehouden voor een woningbraak?” “Ja”,
zegt de verdachte dan, “ik heb bekend en mocht naar huis.” Die Polen zullen
denken dat we het in Nederland niet eg vinden dat er wordt ingebroken. Ik zou
dan ook graag zien dat alle verdachte van een ( voltooide) woninginbraak tot
aan de rechtszitting worden vastgehouden en direct daarna hun gevangenisstraf gaan
uitzitten. De dader is dan gedurende langere tijd uit de roulatie en kaamt geen
verdere slachtoffers. Dat schrikt pas af. Het aantal woningbraken en het
daarbij behorende aantal slachtoffers zullen dan ook fors dalen.
Resumé
Wanneer houdt het nu
eens op? Na de derde, de vijfde, of de tiende woninginbraak? Beginnen we na de
tweede ISD-maatregel weer opnieuw? Komt
er dan nooit eens een tijd om de notoire woningbreker voor langere tijd uit de
roulatie te halen? Kan iemand wij vertellen waarom een wijkbureau een
veelplegende woningbreker in één jaar tijd drie keer of meer kan aanhouden voor
woningbraken. Hoe leggen we dat uit aan politiemensen? Hoe houden we die
gemotiveerd? Maar erger nog: waarom staan we toe dat criminelen iedere dag weer
nieuwe slachtoffers maken? Dat vind ik pas erg!
Frans van der Meer
Eenheid den Haag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten