Totaal aantal pageviews

woensdag 12 maart 2014

Nostalgie

Het mooie van een verhuizing is dat je allerlei zaken tegenkomt, waarvan je niet eens meer wist dat je ze had. In dit geval kwam ik een blikken trommel tegen, waar ik als kleine jongen van negen jaar oud mijn belangrijke dingen in bewaarde. Verjaardagskaarten. Stickers. U kent dat wel. En als je dat na 20 jaar weer eens openmaakt, heb je van tevoren allerlei verwachtingen over wat je daarin zult aantreffen. Ik verwachtte eigenlijk dat het ding vol zou zitten met oude politiefolders. Dat zit namelijk zo. Ik was als kind al helemaal lijp van de politie. Op een morgen, tijdens mijn lagere schooltijd, had mijn neef, die bij me in de klas gezien, dat er vanuit het lokale politiebureau, dat tegenover zijn huis stond, een man via het raam van de eerste verdieping uit het gebouw klom. Toen hij naar school liep heeft hij dat gemeld. Het bleek, dat een aangehouden verdachte - wij noemden dat toen nog gewoon een BOEF met hoofdletters- was ontsnapt. En alle beschikbare agenten ( we praten over de tijd van de landgroepen van de Rijkspolitie, dus er waren zeker zo'n 20 man in dienst; kom daar nu eens om!) gingen op zoek. En wij gingen mee. Want als kleine jochies wisten we schuilplaatsen, die de politie zeker weten niet kende. We hebben een groot gedeelte van de ochtend gezocht en hebben school maar even gelaten voor wat het was. Uiteraard hebben we de slechterik niet gevonden, maar we hadden wel de ochtend van ons leven. Toen we tegen een uur of tien op school aankwamen, kregen we een lesje van de juffrouw. Ik pareerde dat met al mijn negen jaar aan levenservaring dat misdaadbestrijding 'een zaak was van de politie en van het publiek was'. Zo, daar konden ze het mee doen. Nou woonde er even verderop een opperwachtmeester - later adjudant - van de Rijkspolitie, die ik via mijn vader kende. Hij werkte toentertijd op het net nieuwe hoofdkwartier van de Algemene verkeersdienst in Driebergen, later het KLPD genoemd en tegenwoordig bekend onder de naam Landelijke Eenheid. Hij reed zomers op de motor en 's winters in de Porsche. Hij kwam er op de een of andere manier achter wat we gedaan hadden en bezorgde mijn neef en mij een tuniek va de rijkspolitie, wat we nu alleen maar met ceremoniële dagen dragen, maar wat toen nog echt dagelijks uniform was. Ik ben op zijn uitnodiging zelfs op een open dag in Driebergen geweest. Demonstraties gezien van hoe men een auto openknipte na een ongeluk en over de inzet van pantservoertuigen. Die opperwachtmeester trouwens, heette Bart. Als ik zijn naam noem bij oudgedienden van de AVD, dan kennen ze hem nog wel. Bart kwam op een bijzonder nare manier om het leven, bij een motorongeluk op weg naar zijn werk. Op een dag heb ik de stoute schoenen aangetrokken. Daarnaast heb ik ook dat tuniek aangetrokken en ben op de fiets gestapt- het moet op een woensdagmiddag geweest zijn, want ik was vrij - en ben naar dat lokale politiebureau gereden. Dat was gevestigd in een omgebouwd woonhuis, naast het gemeentehuis. Ik liep naar binnen en verkondigde dat ik een middag wilde 'meewerken'. Ik kreeg ongenadig op mijn sodemieter en werd naar huis gestuurd met een stapel folders en stickers. Die heb ik altijd in die blikken trommel bewaard en zo kwam ik op dit verhaal. Nostalgie is niet meer wat het geweest is. Of de herinneringen zijn enigszins vervaagd. In de trommel trof ik niks dat met de politie te maken had. Een aantal oude werkstukken uit mijn middelbare schooltijd. Een paar oude rapporten en foto's, Eén rouwkaart van mijn oma. Een originele Vliegende Hollander, een illegale krant die in de tweede wereldoorlog uit vliegtuigen werd gegooid. Tijdens een recente cursus werd gevraagd, hoe we bij de politie waren terechtgekomen. Dit waren allemaal ervaren politiemensen, soms wel met twintig jaar ervaring. Maar het meest gehoorde antwoord was "via een bonnetje uit de Veronica-gids". Ze staan er volgens mij nog steeds in. Ik heb het bovenstaande verhaal verteld. Dat zorgde voor de nodige hilariteit en bevestigde, althans volgens mijn cursusgenoten, dat ik toen ook al niet goed snik was. Maar toch. De trommel gaat weer dicht. Ik berg hem ergens op in een kast of op zolder, waar ik er voorlopig niet meer naar zou kijken. Nou ja, er is nog een ding. Op de buitenkant zag ik een sticker van de Alarmcentrale Driebergen. Met een nostalgisch telefoonnummer 03438-4321. Om met de 3J's te spreken: Dat waren nog eens tijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten