Totaal aantal pageviews

maandag 18 februari 2013

'n hapje en een drankje

Een gevolg van de vorming van de Nationale Politie is het verminderen van het aantal politieposten en het samentrekken van de wijkteams tot zogenaamde 'robuuste basisteams'. Het klinkt heel mooi, maar houdt in feite niets meer of minder in dat er teams komen die zichzelf moeten kunnen  bedruipen, op minder locaties dan we nu hebben. De westzijde van Utrecht, waar ik werk, bestond altijd uit twee districten en acht wijkteams. Dit wordt één district met vijf robuuste basisteams. Voor mij wordt het een terugkeer naar de oude situatie, zoals die was toen ik hier net kwam werken. Hetzelfde werkgebied dat we toen hadden was toen verdeeld over drie wijkteams en wordt nu dus één van die robuuste basisteams. Dat basisteam moet in staat zijn om zelfstandig de 24-uurs noodhulp te kunnen bemensen, aangiftes en meldingen op te nemen, kortdurende recherchezaken af te handelen en via wijkagenten de vinger aan de pols te houden als het gaat om wat er leeft in de wijk en bij de externe partners. Het nadeel van het plan - tenminste, als de korpsraad van de Nationale Politie zijn zin krijgt - is dat dit alles vanuit één bureau gaat plaatsvinden, in tegenstelling tot de drie die we nu hebben die vijf dagen in de week open zijn, en dan tel ik de deelopenstellingen in de kleine kernen nog niet mee. De districtsleiding echter vecht ervoor dat wij een eigen bureau behouden, anders zouden zowel wij als de burger 25 km moeten reizen naar het dichtstbijzijnde politiebureau. Dat kun je niet verkopen, zo vindt ook de burgemeester, die de nationale politiek al wilde inschakelen en enkele harde noten van kritiek neerlegde bij de Minister.

Vooruitlopend op dit alles wordt ons districtsbureau dus onderworpen aan een grondige verbouwing, want nu zitten er een hoop mensen gehuisvest. Telt u even mee: (een deel van) de districtsleiding, één volledig wijkteam, een groot deel van de districtsrecherche, de administratie, de werkvoorbereiding, de facilitaire dienst enzovoorts. En als de verbouwing klaar is, dan moet er nog een wijkteam bij. Nu zitten er al zo'n 70 tot 80 man en er komen er nog zo'n 25 bij. En het gebouw barst nu al uit zijn voegen. Als de plannen dus door gaan komen wij er óók nog bij, dus nog eens zo'n 30 man. Dat gaat echt niet passen, of ze moeten er twee verdiepingen opbouwen. Goed, ze zouden de cellengang - die toch niet meer gebruikt wordt vanwege de bouw van één centrale cellengang - kunnen gebruiken voor meer kantoorlocaties, alleen is die voorzien van dikke stalen deuren die zowat een halve ton per stuk wegen en erin zijn gezet met een hijskraan toen de andere verdiepingen er nog niet opzaten, dus dat zorgt voor wat logistieke problemen.

Een deel van de verbouwing is inmiddels klaar: het bedrijfsrestaurant. Een duidelijk feel-good project, want als je een leuke locatie hebt om te kunnen lunchen, dan voel je je als werknemer meer op het gemak. Die catering is een heikel punt. In vroeger tijden was dat gewoon in eigen beheer en stond er een burger achter de balie, meestal een vrouw die goed was in eigengemaakte gehaktballen en groentesoep maken. Daarna werd het uitbesteed aan een cateringbedrijf, want ja, de politie moest terug naar de core-business en daar hoorde geen gehaktballen bij. Dat werd natuurlijk te duur, want als je dingen in eigen beheer doet levert je dat misschien meer kopzorgen op maar vaak is het wel goedkoper. Als voorbeeld verwijs ik naar het ongebreideld leasen van politie-auto's die vroeger in eigen beheer gekocht en onderhouden werden. Nu zijn de auto's gruwelijk veel duurder dan wanneer ze rechtstreeks bij de dealer gekocht zouden worden en zijn ze vrijwel onverzekerbaar. Maar ik dwaal af, want ik was bij de catering en dat wilde ik de kern van mijn betoog maken.

Omdat ik dus niet op het districtsbureau werk hebben wij dus geen catering. Ik neem trouw mijn trommeltje brood mee naar het werk en een met liefde bereide maaltijd voor de avonddiensten, die vervolgens door de magnetron vakkundig om zeep wordt geholpen, zeker als er tijdens etenstijd een spoedmelding komt en ik het eten wéér kan opwarmen. We hebben een koelkast en een magnetron-oven, maar voor de rest is het eigen beheer wat er op tafel komt. Geen wonder dus, dat de lokale pizzabezorgdienst, chinees en patatbakker in hun handen wrijven als we bellen. Het enige risico is dat de bezorgertjes, die wij kennen van de straat, er zelf wat extra eigengemaakte saus aan toevoegen, gewoon om ons terug te pakken. Het is nog niet voorgekomen, of we hebben het niet geproefd, dat kan natuurlijk ook.

Met de heropening van het restaurant op het districtsbureau is er dus ook catering gekomen. Met zelfbediening, jawel. Je kiest je producten, en je betaalt met je pinpas, daarbij in de gaten gehouden door een camerasysteem. Het klinkt wat zwaarmoedig, maar er is tenminste eten, ook al zag ik magnetronmaaltijden te koop liggen die ook in het eerder genoemde cellencomplex tot het menu behoren, maar als het goed genoeg is voor de arrestanten....

Werken op het districtsbureau heeft dus zo zijn voordelen. Omdat daar ook vaak de leiding gehuisvest is, vallen defecten en gebrek aan faciliteiten vaak eerder op. Een van de meest in het oog springende zaken- dit zal u verbazen - is dat het WC-papier op het districtsbureau vaak veel zachter en dikker is dan op de wijkbureaus. Op dat papier van ons kun je met pen niet eens je naam schrijven, zo dun is het. De koffie is er vaak beter en er is dus catering.

Maar voor alle koffie, catering en dubbelgelaagd wc-papier zou ik niet weg willen van mijn huidige standplaats. Ik weet natuurlijk niet hoe de sfeer dáár is, maar onbekend maakt onbemind en nu hebben we vaak de grootste lol met elkaar. Vooral tijdens het eten, wat echt een sociale gebeurtenis is en waarbij spannende verhalen en grappen in hoog tempo de tafel overvliegen. Goed, een burger zou zijn wenkbrauwen optrekken bij de verhalen tijdens het eten over verhangingen, auto-ongelukken en treinlijken, maar dat is voor ons soms zo gewoon, dat we raar opkijken als de stagiaire zich verontschuldigt en wit weggetrokken naar beneden loopt om daar haar broodje te nuttigen.

Ik hoop dus nog lang op mijn wijkbureautje te kunnen blijven werken. Nu moet alleen de politiek nog meewerken. En politiek is lastig in beweging te krijgen.

1 opmerking: