Totaal aantal pageviews

woensdag 26 oktober 2011

Eén voor allen, allen voor één

Juni 8, 2011
Door Jobthecop op 17:34

Ik heb in deze column politiemensen van allerlei gevoelens en emoties beschuldigd: cynisme, duistere humor en zelfs regelrechte hufterigheid. Maar ik ben er één vergeten die minstens zo belangrijk aanwezig is: samenhang. Het gevoel van 'wij tegen de rest' is heel sterk aanwezig. Naar buiten toe vormen we één front, hoe we op het bureau ook over elkaar mogen denken en hoe hoog de ruzies soms oplopen. Op straat zijn we één blok. Als er iets ergs met één van ons gebeurt, dan zijn we ook erg begaan met degene wie dat overkomt. Een collega uit mijn wijkteam kwam tijdens een zeer drukke avonddienst met zijn dienstmotor in botsing met een personenauto. Waarvan de bestuurder gedronken had en bij het verlaten van een parkeerplaats mijn collega over het hoofd zag. Hij kwam stevig ten val, blesseerde het één en ander en moest enige tijd rust houden. Van de week is hij weer begonnen en stuurde een mailtje waarin hij iedereen bedankte voor de niet aflatende stroom van mailtjes, Sms’jes en telefoontjes. Hij vond dat heel bijzonder en had dat in andere werkkringen niet eerder meegemaakt. Ook een andere collega, die vanwege een moeilijke zwangerschap veelvuldig thuis zat, mocht zich in een dergelijke belangstelling verheugen. Ook zij stuurde een mailtje waarin ze aankondigde, blij te zijn weer aan het werk te kunnen gaan. En opgetogen over de belangstelling.

Soms echter slaat het wij-gevoel te ver door. Ik heb ooit een hele pittige discussie gehad met een collega die keihard stelde "Ik schrijf geen collega's op!" In de loop van deze discussie scherpte hij dat standpunt zelfs nog aan "Ik houd geen collega's aan". Ik vroeg hem of hij dat wilde doorvoeren, zelfs als de collega straalbezopen achter het stuur zat? "Ja, dan breng ik hem naar huis" was het antwoord.

In mijn ogen ben je dan alleen niet een slechte diender, omdat je je werk niet goed doet, maar je maakt je in de ogen van de burger ook nog ongeloofwaardig. 'Ze houden mekaar allemaal de hand boven het hoofd'. Zoiets. En in vroeger tijden, toen je nog min of meer gedwongen was in het dorp te wonen waar je werkte en zo deel te worden van de maatschappij, was dat ook wel min of meer gebruikelijk om gedragingen van de collega's door de vingers te zien. Maar we zijn gelukkig professioneler geworden. Tenminste, de meesten. Want je komt nog steeds collega's tegen die bij staandehouding het beruchte pasje trekken en zeggen "Ja, maar ik ben een collega!" Ja, nou en? Geeft je dat immuniteit voor je overtredingen? Gelden de regels voor jou dan niet? Met name collega's uit de grote stad – ik wilde zeggen Amsterdam, maar er zijn meer grote steden – hebben daar een handje van. Zij wonen in de kleinere gemeenten om hun werkgebied heen en kijken met enige minachting neer op de BOPO's ( boerenpolities) of de PLAPO's ( plaatselijke politie) die in hun ogen absoluut niet meemaken wat zij allemaal meemaken. Nou, meneer-de-grote-stadsdiender, ik mag dan in een klein dorpje werken, maar ik heb alles al meegemaakt wat jij ook hebt meegemaakt. Moord, doodslag en grote verkeersongevallen. En mijn integriteit staat op een hoger plan dan het jouwe. Ik zou er niet over peinzen om mijn pasje te trekken. Want samenhang met elkaar betekent ook : elkaars beslissingen accepteren, of je het er nou mee eens bent of niet. Want op straat, in dienst of vrij, in burger of in uniform, vormen we één blok, weten we dan nog?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten