Totaal aantal pageviews

donderdag 27 oktober 2011

Eindeloos respect...

Augustus 4, 2011
Door Jobthecop op 14:41

Nederland kent de hoogste concentratie tijdschriften per hoofd van de bevolking. Daarom is het niet gek dat er meerdere politietijdschriften zijn. De grootste hiervan is BLAUW. Het ligt regelmatig op de koffietafel bij ons. En twee nummers geleden, net voor mijn vakantie, las ik een gedicht in dat blad, dat me naar de keel greep. En mij niet alleen. Een collega, wier ambitie het is om zedenrechercheur te worden, ( en inmiddels is aangenomen) heeft het gedicht uitgeknipt en aan haar postvakje geplakt. Ik vond het zó mooi, dat ik het u niet wilde onthouden. Ik heb dus de redactie van BLAUW gemaild met het verzoek het gedicht over te mogen nemen. Ik kreeg als antwoord dat het ingebracht was door de hoofdcommissaris van Amsterdam, Bernard Welten, en dat ik het dus aan de persvoorlichting van Amsterdam moest vragen. Ik zag de bui al hangen, want als zij de blog lazen zouden ze wel eens tot de ontdekking kunnen komen dat ik geen hoge pet op heb van de ´republiek Amsterdam-Amstelland´ en het verzoek weigeren. Ik zag overigens dat Welten gewoon in de adreslijst stond, maar een direct mailtje aan hem heb ik toch maar uit mijn hoofd gelaten. Ik heb echter niks mogen vernemen van Amsterdam of Welten, ook niet na herhaald verzoek, dus ik neem de gok maar gewoon. Mocht ik gepakt worden op verbreken van het auteursrecht, dan houd ik een collecte onder u, trouwe lezer, om zo de boete af te kunnen betalen.

Het gedicht is geschreven door een zedenrechercheur uit Amsterdam Amstelland, genaamd Michael Reijnders, die vorig jaar is overleden.

JEROENTJE

Je kent dat wel, zo´n verjaardagsfeest

Waarvan er al zoveel zijn geweest

Een jarige die niks voor je betekent

Maar die wel ieder jaar weer op je rekent

Met altijd weer diezelfde smoelen

En altijd weer dezelfde praat

Over voetbal, televisie

En Miep die naar Mallorca gaat

En altijd over de politie

En over het werk van jou en mij

Hoe we het toch kunnen

Iedere dag die smeerlapperij

Meestal haal ik dan mijn schouders op

En mompel `ach, het is maar een baan`

Maar soms wil ik dat ze het snappen

En trek ik me zo´n opmerking aan

Dan vertel ik ze over Jeroen

In de hoop dat ze begrijpen

Waarom wij dit werk doen

Ik vertel ze over Jeroen van zeven

Maar hij wordt al bijna acht

Die elke woensdagavond

Met buikpijn op zijn vader wacht

Want woensdags dan gaat mama

Zingen dan moet ze oefenen met het koor

Dus dan brengt papa hem naar bed

En leest hij altijd nog wat voor

En als hij dan de trap hoort kraken

En zijn vader naast hem staat

Dan zou Jeroen de liefste dood zijn

Omdat-ie weet wat komen gaat.

En terwijl zijn vader voorleest

Knijpt Jeroen zijn ogen dicht

Omdat hij bang is van zijn handen

En al dat zweet op zijn gezicht

Daarna ligt hij nog uren wakker

En komt hij eigenlijk pas tot rust

Als hij zijn moeder thuis hoort komen

Die denkt dat hij al slaapt

En hem heel voorzichtig kust

Twee jaar geleden gaf Jeroentje

Al zijn voorleesboeken weg, aan Aart

Die is nog steeds zijn beste vriendje

En mama was ontzettend kwaad

Maar Jeroen die durfde niks te zeggen

Over zijn allergrootste geheim

En al die enge dromen

`Dan doe je mama heel veel pijn`

Had papa hem gezegd

`En mag je nooit meer bij ons wonen`

Tot de dag dan Jeroen moest huilen

Zomaar, midden in de klas

En de meester hem apart nam

En hem vroeg wat er toch was

Uiteindelijk zat Jeroen bij ons

En deed hij dapper zijn verhaal

Aan een lieve mevrouw

En ze begreep het allemaal

En hij kreeg ook nog Coca Cola

En een hele leuke beer

Toen hij ´s avonds in zijn bed lag

Deed zijn buik niet langer zeer

Het gaat ons niet over salarisschalen

Of over een prachtig nieuw bureau

Niet over jaarverslagen

Of een cijfer-goochel-show.

Het gaat niet over ons

Niet over de moeite en de pijn

Nee, wij doen dit werk omdat we weten

Dat al die kinderen als Jeroentje

Ons eeuwig dankbaar zullen zijn.

1 opmerking: