Totaal aantal pageviews

woensdag 26 oktober 2011

Snel en beïnvloedbaar

Mei 29, 2011
Door Jobthecop op 11:26

Als politieman en wijkagent kom ik graag bij de mensen thuis. De mensen thuis zien mij echter niet graag komen. Want mijn komst betekent problemen. Ik kost geld. Ik kom met slecht nieuws. Ik hou me – in hun ogen – bezig met de verkeerde dingen. Als ik kom om een burenprobleem te bespreken, vinden ze het zonder uitzondering jammer dat de buren niet rechtstreeks naar hen zijn gekomen, maar de politie hebben ingeschakeld. Terwijl ze zelf hetzelfde zouden doen, zonder er bij na te denken. Want stel je voor dat je je buren aanspreekt. Nee zeg, bah! Gisteren was ik nog bij een paar mensen thuis, die hun boetes vergeten waren te betalen. Bij sommigen kom ik zo vaak thuis, dat we bijna op een first-name-basis zijn. En na een kort gesprek en een pintransactie ben ik weer weg. Dat werkt goed joh! Vroeger zeiden ze: Ik kom morgen wel even betalen, want ik heb nu geen geld op zak en ik moet eerst even pinnen. Nu schuif ik zo'n pinapparaat onder hun neus en kunnen ze niet meer terug. Verder tekenden de diensten van de afgelopen week zich door buitenlandse gedragingen op 's lands heeren wegen. Een Belgische meneer die teveel gedronken had. Ik weet natuurlijk niet hoe streng de Belgische politie daarop controleert, maar wij zijn daar vrij streng in. Mensen vinden het ook zonder uitzondering goed dat de politie zo streng op alcoholgebruik controleert. Als ze eens wisten wat dat aan capaciteit kost die we niet aan boeven vangen kunnen besteden, zouden ze daar misschien anders over denken. Want dat is toch wat mensen mij het snelste toebijten als ik een bonnetje schrijf: ga toch boeven vangen, man! De Belgische meneer in kwestie mocht direct 500 euro's afrekenen. Ga niet langs start. Zijn vriendin echter, die nog veel meer had gedronken dan haar vriend en die we niet alleen langs de weg achter wilden laten, viel op het bureau op de grond in slaap. Om zo gedesoriënteerd wakker te worden dat ze, toen we hen beiden terug naar de auto wilden brengen, ze niet zag dat haar vriend al in onze bus zat. Luid rammelend aan e deur en schreeuwend dat ze haar vent niet achter wilde laten, weigerde ze om in de bus te stappen. Haar vriend schaamde zich dood voor har gedrag, stapte uit de bus en liep kwaad weg. Na veel geduld van mijn kant en een hoop dronkemansgelal van haar kant wisten we haar ervan te overtuigen dat haar vent al weg was. Met een boos en welgemeend sappig Belgische tongeval beet ze ons toe "Ge kunt uwen zak opblazen!' en weg was ze. Om een uurtje of twee later weer terug te keren, nog steeds dronken en zeer baldadig. Ze begon op de daken van voorbijrijdende auto's te slaan en dat was teken voor ons om haar dan maar aan te houden voor openbare dronkenschap. Boeien ging wat lastig, waardoor ik wat rigoureuze houdgrepen moest toepassen om haar in de bus te smijten en haar naar de cel af te voeren. Later hoorde ik dat ze zich in het bureau nog meer misdragen had. Ze had zelfs haar insulinepompje met in gebouwde canule losgetrokken en kapot gesmeten. Gisterenavond hadden we nog een Fransman die op de snelweg over de meest linkerbaan mijn opvallende politieauto inhaalde. Terwijl ik al zo'n 20 km/u harder reed dan eigenlijk is toegestaan. Het is wel lef hebben. Maar afgaande op de verhalen over de Franse politie, hoef je dat daar niet te proberen. Vorige week stond een interview in onze Korpskrant met een Franse politieofficier, die een stage met ons meeliep. Hij stond verbaasd over het feit, dat wij zoveel praatten met de jeugd en de burgers, en hij was smalend over onze derderangs ME-uitrusting. In de voorsteden van Parijs, zo vertelde hij, gingen ze op iedere melding met drie auto's er op af. En in iedere auto zaten vier agenten. En dat werd vaker wel dan niet vechten. Ik vroeg me af of dat vechten een oorzaak of een gevolg was. Hoe dan ook, de Fransman van gisterenavond vond mij veel aardiger dan de Franse politie. Waarschijnlijk omdat ik hem alleen een boete gaf voor de snelheid. Die omgerekend op meer dan 300 euro kwam. Maar ik gaf hem een waarschuwing voor het links rijden en omdat het tegen het einde van de dienst liep, ik geen zin had – maar dat zei ik natuurlijk niet tegen hem – om zijn auto binnenste buiten te keren op zoek naar Wiet. Want dat ze dat in Amsterdam had gekocht, was net zo zeker als de zonsopkomst van vanmorgen. Hij moest nog helemaal naar Grenoble, in de Franse Alphen, dus hij moest nog even. Maar wel in een wat rustiger tempo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten